De eerste weken op de RISS!

Na al mijn vakantieartikelen waar misschien wel geen einde aan leek te komen, lijkt het me tof om met jullie te delen hoe het de afgelopen weken is gegaan op mijn nieuwe werk. Mocht je het gemist hebben: sinds dit schooljaar heb ik een nieuwe baan. Ik ben nu fulltime docent Nederlands als tweede taal op de Rotterdam International Secondary School – kortweg de RISS. Vandaag vertel ik jullie meer over wat ik de afgelopen weken heb uitgespookt en hoe het gaat!

Ik plaats op Instagram regelmatig foto’s en stories van hoe mijn werkdagen eruit zien. Natuurlijk komen op mijn account uiteindelijk alleen maar de fancy foto’s en niet de momenten dat het stressvol of chaotisch is, haha! De eerste foto die ik op de RISS maakte is bovenstaande, van de mini-appeltaartjes tijdens één van de introductiedagen. Als je het leuk vindt om me te volgen dan kan dat natuurlijk, gewoon even op de link klikken!

De introductiedagen 
Op woensdag 16 augustus begon mijn avontuur op de RISS. Er was die dag een introductie speciaal voor de nieuwe docenten. Er zijn dit jaar maar liefst 10 nieuwe docenten gestart, dus ik was absoluut niet de enige! Dat maakte het wel wat minder spannend, maar alsnog was ik best wel zenuwachtig. Het is altijd afwachten hoe je collega’s gaan zijn (ik had twee mensen ontmoet, plus de directeur die met pensioen is gegaan en waarvoor nu een nieuwe directeur is gekomen, en natuurlijk Philip, een oud-klasgenoot van mij van de lerarenopleiding die me aan deze baan heeft geholpen waarvoor ontzettend veel dank natuurlijk), hoe de school is én ik vond het ook heel spannend om ineens vooral Engels te praten en geen Nederlands meer. Ik vond het echter eigenlijk gelijk leuk en ik werd heel snel op mijn gemak gesteld. Mijn collega’s zijn allemaal lief en vriendelijk en bovenal zijn ze heel erg behulpzaam. Ik kan alles vragen als ik iets niet weet, er is altijd wel iemand die me helpt. Dat vind ik heel erg fijn. Daarnaast is het een vrij kleine school (voor een internationale school zijn we blijkbaar best groot, maar met zo’n 400 leerlingen vind ik het lekker klein en behapbaar) en daardoor leerde ik snel de weg en de mensen kennen. Dat is ook heel fijn. Mijn vorige school was ook erg klein (500 leerlingen ongeveer) en dat beviel me ontzettend goed. Ik ben dus heel dankbaar dat ik nu weer op zo’n kleine school met zo’n fijne sfeer mag werken!

De tweede introductiedag was gelijk een stuk minder spannend en bestond vooral uit heel veel informatie en nieuwe mensen – dat was namelijk voor alle docenten. Ook de vrijdag zag er zo uit. Op maandag heb ik talloze nieuwe leerlingen ontmoet die getest moesten worden om hun niveau Nederlands te bepalen en om hen zo in de juiste klas in te kunnen delen. Op dinsdag ontmoette ik voor het eerst mijn tutorleerlingen – ik ben dit jaar ook voor het eerst mentor, van een grade 7 klas. Deze leerlingen hebben de leeftijd van brugklassers op een Nederlandse school. Erg leuk! Ik heb 10 mentorleerlingen, de klassen bij ons bestaan allemaal maximaal uit ongeveer 16 leerlingen; soms heb je er iets meer maar meestal minder. Heel erg fijn, want daardoor kan je iedereen de aandacht geven die zij/hij verdient. Ik heb natuurlijk de allerleukste mentorleerlingen, dat begrijpen jullie 😉 Maar zonder gekheid: de leerlingen zijn allemaal erg leuk en grappig, de meeste mag ik heel graag en je leert ze erg snel kennen, ze zijn open en eerlijk. Daarnaast viel het me gelijk op hoe beleefd en behulpzaam ze zijn, dat vind ik ook erg leuk aan de RISS.

De eerste lessen / weken 
Ik geef dus Nederlands als tweede taal, bij ons heet dat Dutch foreign. Ik geef les aan de beginners en de intermediates (gemiddelden) en dan is er nog een hoger niveau, advanced. Ik heb één klas in grade 6/7 (die zijn met elkaar gecombineerd in één klas bij mij) en daarnaast twee klassen in grade 8, twee klassen in grade 9 en twee klassen in grade 10. Van alles wat dus, erg leuk! Er zijn leerlingen bij die nauwelijks Nederlands spreken, leerlingen die al vrij goed Nederlands spreken maar nog niet goed schrijven, leerlingen die het goed verstaan maar nog niet zo goed spreken en van alles daartussenin. Van alles wat dus! We gebruiken niet één methode, hoewel ik voor de oudere leerlingen (grade 9 en 10) wel dezelfde methode gebruik en voor de jongere leerlingen (grade 6 t/m 8) ook. Ik maak veel materiaal ook zelf of ik haal het overal en nergens vandaan. Op die manier stel ik mijn lessen samen.

Het is een uitdaging, maar wel een hele leuke. Ik heb het tot nu toe erg naar mijn zin, hoewel ik na de eerste week wel héél erg moe was. De week erna was ik ook gelijk twee dagen ziek, haha. Mijn lijf was het duidelijk nog niet gewend, zo’n fulltime baan! Inmiddels gaat het gelukkig al een stuk beter. Komende week wordt ook mijn rooster als het goed is definitief goed gefikst, want tot nu toe waren er nog wat problemen met dubbele klassen, klassen die ik helemaal geen les geef maar die wel in mijn rooster stonden en dat soort dingen. Dat schijnt vaker voor te komen, maar komt dus helemaal goed binnenkort! Ik ken inmiddels de meeste leerlingen bij naam én ik heb ook een beter idee hoe ik mijn lessen vorm kan geven en wat de leerlingen al wel en nog niet goed kunnen. Dat is erg leuk om te ontdekken.

Ik heb mijn Engels in de afgelopen weken ook aanzienlijk verbeterd. Dat komt natuurlijk omdat ik vrijwel de hele dag Engels spreek, vooral met mijn collega’s maar ook met een deel van de leerlingen. Als ze iets niet begrijpen in het Nederlands moet ik het wel in het Engels uit kunnen leggen. Soms gebruik ik alsnog wel Google Translate of moeten mijn leerlingen me even helpen wat iets betekent, maar ze zijn gelukkig erg geduldig en behulpzaam. We kunnen er ook wel flink om lachen als ik iets niet weet of over mijn woorden struikel. Zo leer ik iedere dag nieuwe woorden in het Engels en leren zij iedere les nieuwe Nederlandse woorden 😉 Met Nederlandse collega’s spreek ik meestal wel gewoon Nederlands, maar als er iemand bij zit die Engels spreekt dan schakelen we vanzelf om. Het wordt steeds makkelijker en dat is wel fijn. De fijne kneepjes van het vak en het heel precies kunnen aanduiden wat je vindt of wilt lukt nog niet altijd, maar ik merk wel dat het steeds beter wordt. Dat is fijn om te merken en het geeft ook zelfvertrouwen.

Kortom: tot nu toe ben ik heel tevreden, ook al gaan er soms dingen mis en verlopen sommige dingen nog chaotisch. Alle begin is lastig en het gaat al een stuk beter dan eerst. Ik heb zin in het komende schooljaar! 🙂 Als jullie het leuk vinden zal ik wel wat vaker een persoonlijke update schrijven waarin ik wat vertel over mijn werk. Daarnaast kun je me zoals gezegd ook altijd op Instagram volgen, waar ik regelmatig updates post!

 

Advertentie

Persoonlijke update | Heel goed nieuws!

Het is alweer een hele tijd geleden dat ik een persoonlijke update heb geschreven. Omdat ik afgelopen week heel goed nieuws heb gekregen, leek het me fijn om weer zo’n update te schrijven en het nieuws met jullie te delen.

Zoals jullie denk ik wel weten, heb ik van december tot de meivakantie gewerkt als docent Nederlands op het vmbo voor Vormgeven & Media in Rotterdam. Dit was echt heel erg leuk! Helaas was het een ziektevervanging en dus stond ik eind april weer op straat. Mijn collega was weer terug en er was geen plaats meer voor mij om te blijven.

Na een paar weken vakantie ben ik weer fanatiek gaan solliciteren. Vrijwel alle functies die nu online komen – en dat zijn er heel veel, vanaf de meivakantie tot eind juni komen de meeste vacatures voor het nieuwe schooljaar online – zijn voor het nieuwe schooljaar, dus besloot ik me daarop te focussen. Tot die tijd kan ik wel post bezorgen twee keer per week, dus het is niet dat er helemaal geen geld binnenkomt en ik niets te doen heb (hoewel de dagen soms wel lang duren). Ik ben bij vier verschillende onderwijsbureaus langs geweest en heb een aantal andere waar ik nog ingeschreven stond weer ‘aangewakkerd’ zodat zij ook weer op zoek zouden gaan voor mij. Je zou denken dat als zoveel mensen – nog even los van iedereen in mijn omgeving die mee ging zoeken! – voor je zoeken dat het dan wel moet lukken. Helaas volgde de ene na de andere afwijzing van alle kanten. De meeste vacatures waar ik op solliciteerde zijn trouwens voor docent Nederlands; omdat ik nu wat ervaring heb leek dat me makkelijker – er is veel meer werk in dan geschiedenis. Natuurlijk greep ik ook iedere vacature voor geschiedenis aan.

De afgelopen twee weken keerde echter ineens het tij. Ik kreeg in twee dagen twee uitnodigingen om op gesprek te komen. Beide gesprekken waren voor docent Nederlands. Het eerste gesprek was in Delft, op een school voor vmbo basis t/m gemengde leerweg. Ik maakte er een wat langere dag in Delft van en had ’s middags mijn gesprek. Een studiegenootje van vorig jaar werkt ook op deze school en zij is er heel enthousiast over. Ik voelde me eigenlijk gelijk wel thuis in de school en ook het gesprek was erg leuk en positief. Ik had er een goed gevoel over, maar zou nog een week ongeveer moeten wachten op de uitslag. Ik was namelijk – logisch – niet de enige kandidaat. Inmiddels zijn we anderhalve week verder en heb ik, na een email waarin stond dat ik begin deze week iets zou horen, nog steeds niets gehoord. Vervelend vind ik dat altijd.

Het tweede gesprek was de week erna op woensdagmiddag in Dordrecht. Dit was op een christelijke school voor havo/vwo, ook voor Nederlands trouwens. Wel een héél andere school dan die in Delft dus! Ook hier had ik gelijk een goed gevoel bij. Het gesprek verliep goed, ik kon me goed presenteren – ik merk dat ik daar wel steeds beter in word, omdat je vaak dezelfde vragen krijgt (hoe los je problemen op in de klas? Wat zijn je sterke punten als docent? Wat vind je belangrijk en leuk in het onderwijs?) en je dus goed kunt voorbereiden, zodat je presentatie steeds beter wordt. Ik vind het wel lastig nog steeds om niet té zelfverzekerd te zijn (‘ik doe dit wel even’) maar ook niet te onzeker, zodat ze denken ‘oké laat maar, die kan het niet aan.’ Het gesprek in Dordrecht ging dus ook goed en ik had ook gelijk een goed gevoel bij de school. Het was een heel oud mooi gebouw met mooie vloeren en mooie details, daar houd ik erg van. Mijn eigen middelbare school is ook zo en daar deed het me aan denken. Dat vond ik wel fijn. In Dordrecht was ik de laatste sollicitant dus ik zou de volgende middag gelijk iets horen. Die donderdag heb ik natuurlijk de hele middag zitten wachten op een telefoontje en op het moment dat ik dacht ‘ik ga zo echt zelf bellen!’ werd ik gebeld (het was inmiddels 16.30 uur geweest). Helaas was ik afgewezen. Het lag niet aan mij of mijn presentatie, die was heel goed en dat sprak hen ook erg aan, alleen heb ik (nog) geen bevoegdheid voor Nederlands en niet zoveel ervaring dus hebben ze om die reden voor iemand anders gekozen die dat wel heeft. Begrijpelijk, maar wel heel jammer. Ik baalde er ook goed van en had eigenlijk, ook omdat ik uit Delft nog steeds niets gehoord had, het gevoel dat het nooit meer wat zou worden. Dat is natuurlijk onrealistisch, ik weet het, maar dat voelt op zo’n moment niet zo.

Al voordat ik naar Dordrecht ging voor dit gesprek had een studiegenootje van vorig jaar (we hebben nog een app-groep en helpen elkaar daarin ook aan vacatures en tips, en het is ook gewoon heel gezellig nog, echt fijn) gezegd dat ze bij hem op school op zoek waren naar een docent Nederlands voor anderstaligen (die Nederlands dus als tweede taal hebben), hij werkt namelijk op de internationale school in Rotterdam. Ik was wel geïnteresseerd maar wilde even het gesprek in Dordrecht afwachten. Toen ik daar afgewezen was heb ik gelijk gemaild naar de leidinggevende van die studiegenoot en binnen een half uur had ik een reactie met daarin ‘je kunt maandag langskomen voor een gesprek.’ Oké, dát ging snel!

Zo gezegd, zo gedaan. Maandagmiddag om 15 uur had ik mijn derde sollicitatiegesprek in drie weken. Degene met wie ik het gesprek had is zelf niet Nederlands, zoals bijna iedereen die daar werkt, dus het interview was ook in het Engels. Gelukkig verstond ze wel Nederlands en was het niet erg dat ik af en toe even niet uit mijn woorden kwam. Ik vond het wel heel spannend, omdat ik nog nooit zoiets gedaan had in het Engels én omdat ik ook nog nooit Nederlands als tweede taal heb gegeven. Ik kreeg gelijk een rondleiding door de – overzichtelijke en kleine – school (er zitten ongeveer 300 leerlingen en er werken iets van 50 mensen totaal) en een gesprekje met een docent Nederlands, die me van alles vertelde over het vak. Ik begon het steeds leuker te vinden, maar zag (en zie) het nog wel als een grote uitdaging. Er zijn beginnersgroepen, dus leerlingen die nog vrijwel geen Nederlands spreken, een groep die in het midden zit en een advanced groep met leerlingen die al heel goed de taal beheersen. De leerlingen zijn tussen de 11 en 18 jaar oud, want de school volgt een internationaal curriculum waarbij alles dus wat anders is ingedeeld. Hier weet ik zelf verder ook nog niet zoveel van af, dus daar kan ik later misschien wat meer over vertellen.

Terug bij de leidinggevende na de rondleiding en het leuke gesprek met de docent Nederlands, zei ze ‘en, lijkt het je wat?’ Eeeeh ja, ik ben wel enthousiast? Heb je geen andere kandidaten dan? Moet ik niet weggestuurd worden met ‘je hoort het volgende week wel’ of iets in die richting? Nee. Ze zei ‘je mag er ook nog wel even over nadenken, maar ik heb hier een formulier dat je voor je aanstelling kunt invullen en dan ben je binnen.’ JA HALLO, dan ga ik natuurlijk niet meer nadenken! Ik zou wel gek zijn als ik het niet zou doen! Rond 16 uur stond ik weer buiten mét een nieuwe baan! Vanaf half augustus ben ik docent Nederlands als tweede taal (zoals het officieel heet) op de Rotterdam International Secondary School (RISS). En dat fulltime! Het zijn 21 lesuren van 45 minuten, maar ik krijg 10% extra werktijd omdat ik startend docent ben. Heel fijn. Volgende week heb ik nog een arbeidsvoorwaardengesprek op een andere locatie in Rotterdam – bij de overkoepelende organisatie waar de school deel van uit maakt – maar ik ben al binnen, want ik heb al een formulier ingevuld.

Wow. Ik kan het nu, een paar dagen later, wel beseffen, maar toen ik buiten stond echt nog niet. Ik heb gelijk iedereen gebeld en natuurlijk was iedereen hartstikke blij. Toen ik thuis was heb ik even een héél groot vreugdedansje gemaakt en mijn studiegenootje gelijk een pizza beloofd want hij heeft me aan deze baan geholpen. Echt, woooo. Ik dacht vorige week nog ‘dit wordt niets meer’ en nu heb ik ineens een fulltime baan! De komende tijd gebruik ik dus als een soort vakantie waarin ik me vast wat kan inlezen en kan oriënteren op de baan. Daarnaast geniet ik nog even lekker van mijn vrije tijd en van het post bezorgen waar ik uiteraard mee ga stoppen, en in juli gaan we nog op vakantie naar Polen, dus dat is ook leuk om naar uit te kijken en plannen voor te maken.

Ik wil je bedanken als je dit helemaal gelezen hebt, haha, en ik wil iedereen bedanken voor alle meeleven de afgelopen tijd en het mee zoeken en het geven van tips en alle lieve en opbeurende woorden. Daar ben ik echt heel dankbaar voor. Ik ben benieuwd naar mijn nieuwe uitdaging en ik ga jullie er als het zover is natuurlijk nog van alles over vertellen!

Een (half) dagje naar Delft.

Donderdag ging ik naar Delft voor een sollicitatiegesprek. Het was een leuk en positief gesprek, ergens deze week hoor ik of ik het ben geworden. Dat is dus nog even spannend. Ik was nog nooit in Delft geweest – ik weet het, vet schandalig! – en dus besloot ik om lekker vroeg te gaan zodat ik nog een bezoek aan de stad kon brengen. Om half 10 stapte ik in de bus en om 10.35 uur stapte ik op station Delft uit de trein. De school was 5 minuten lopen vanaf het station en het centrum van de stad was 5 minuten lopen de andere kant op. Ik had om 14 uur mijn gesprek, dus ik had lekker een paar uurtjes om door het centrum te slenteren. Nu ik de foto’s weer bekijk wil ik héél graag weer terug naar Delft! Omdat ik twee enorme platenzaken zag waar ik wil kijken (nu had ik daarvoor te weinig tijd), een heleboel leuke horecazaakjes waar ik wil lunchen en ’s middags wat wil drinken en nog heel veel andere kleine winkeltjes waar ik wil kijken. Oh en omdat de Nieuwe Kerk momenteel gerestaureerd wordt, dus je kan alles niet helemaal goed zien en er was veel herrie van de bouwvakkers en de machines, omdat ik het Vermeer-centrum nog wil bezoeken én omdat Delft gewoon echt een hele mooie stad is. Ik ben echt een beetje verliefd geworden op de stad! Ik ga je nu snel de foto’s laten zien die ik heb gemaakt (veel!) tijdens mijn wandeling door Delft.

Ik dacht dat Delft een heel mooi oud station had en was dus erg verbaasd toen ik uit een lelijk modern gebouw naar buiten kwam. Er werd nog flink gewerkt en verbouwd buiten, dus ik liep daar even heen om te kijken. Toen zag ik het oude stationsgebouw van Delft. ZO MOOI! WAAROM WORDT DIT NIET MEER GEBRUIKT?! Echt zó zonde!

Ik ben eerst over de Markt (waar ook toevallig markt was, haha, erg leuk en groot!) gelopen en naar de Nieuwe Kerk gegaan. Bij de balie van de Nieuwe of van de Oude kerk koop je een combinatiekaartje waarmee je beide kerken kunt bezoeken. Dat kost €5. Als je ook nog de toren van de Nieuwe kerk wilt beklimmen ben je €8 kwijt. Ik heb dit nu niet gedaan, maar ik ben wel van plan om een keer de 376 treden te beklimmen en een prachtig uitzicht te hebben over Delft! Deze toren is na de Domtoren in Utrecht de hoogste kerktoren van Nederland.
Je ziet rechts al goed dat er gewerkt werd in de kerk. Zo zag het middenschip van de kerk er nu uit. Ik kreeg trouwens voor het volgende bezoek een kaartje waarmee je 50% korting krijgt. Die kaartjes zijn tot eind dit jaar geldig, dus dan kan ik mooi goedkoop nog eens terug!

De oude haan van de toren staat nu in de kerk. // De Nieuwe (en ook de Oude, trouwens) kerk staat vol met grafmonumenten van belangrijke en bekende (en minder belangrijke en bekende, haha) mensen. Natuurlijk is er het praalgraf van Willem van Oranje en staan de kisten van de koninklijke familie in de crypte (die je helaas helaas, maar begrijpelijk, niet mag bekijken; er staat wel een maquette in de kerk met wie waar ligt en hoe het eruit ziet, dat is wel tof om te zien), maar er zijn nog veel meer grafmonumenten en epitafen (grafschriften) voor bekende mensen. Ik ben vergeten van wie deze is, haha! Het is in ieder geval iemand van het koninklijk huis (gezien de leeuw en de rijksappel, waar zijn poot op ligt – niet dat het op een appel lijkt, ik verzin het ook niet).

Ik zag ook een klein grafmonument voor een overleden prinsesje. Zij was geboren in Duitsland en is daar dus ook begraven. Jarenlang was haar kistje daar begraven en stond dit grafmonument daar – het is ook in het Duits opgesteld. Later is het door koningin Wilhelmina naar Delft verplaatst omdat de koninklijke familie daar werd bijgezet. Zij hoorde er natuurlijk ook bij.

Het praalgraf van Willem van Oranje stond helaas in de steigers. Ik kon aan de zijkant wel even naar binnen kijken en heb er dus toch maar een foto van gemaakt. Hiervoor wil ik nog wel een keer terug, want het ziet er op plaatjes altijd heel indrukwekkend uit (en nu was het dat ook al trouwens)!

Ik zag ook het grafmonument en de grafsteen van Hugo de Groot. Van hem staat buiten voor de kerk ook een standbeeld. Hugo is een hele verre voorouder van ons, haha! // Eenmaal uit de Nieuwe kerk maakte ik aan de overkant van de markt nog even een foto van de kerk (en ik was niet de enige toerist trouwens).

Het prachtige stadhuis moest natuurlijk ook gefotografeerd worden. De rode luikjes deden me trouwens denken aan het stadhuis van Gouda. Ook zo mooi. ❤

Na het bezoek aan de eerste kerk, ben ik even op een terrasje gaan zitten om een ijskoffie te drinken. Het was heerlijk weer en ik zat heerlijk in de schaduw, echt heel fijn. Daarna ben ik verder gelopen naar de Oude kerk (dat is 5 minuutjes lopen vanaf de Markt). Echt alles in het oude centrum van Delft is fotogeniek, oud en mooi…

 

De Oude kerk, met zijn scheve toren, was een stuk rustiger qua bezoekers dan de Nieuwe Kerk. Hier is echter ook genoeg te zien! Ik zag bijvoorbeeld deze mooie kansel. Hij stond verstopt achter platen waarop een expositie te zien was. Daar heb ik geen foto’s van, want het was moderne kunst die ik helemaal niet mooi vond.

Het interieur van de kerk // Eén van de prachtige glas-in-loodramen

In de Oude kerk ligt onder andere Antonie van Leeuwenhoek begraven. Ik fotografeerde zijn grafsteen (waar in de Franse tijd uiteraard het wapen vanaf is gekrast) en het grafmonument.

Er stond een groot informatiebord waarop je kon zien hoe de kerk vanaf de 11e eeuw is gebouwd en uitgebreid. De uiteindelijke kerk is de één-na-laatste van rechts trouwens, de laatste is hoe de kerk eigenlijk zou worden. Dit is echter nooit meer gerealiseerd. // Nog een graf, deze is van Elisabeth Morgan. Haar meisjesnaam was Elisabeth Marnix van St. Aldegonde. Zij was de dochter van Marnix van Aldegonde, die mogelijk het Wilhelmus geschreven heeft. Hij was in ieder geval een goede vriend van Willem van Oranje.

Je zou bijna denken dat de linker- en rechterfoto bij elkaar horen: grafmonument met epitaaf en grafsteen. Niets is echter minder waar. De foto links is het grafmonument van Maarten Tromp, een bekende zeeheld uit de Nederlandse geschiedenis. Vrijwel recht tegenover dit grafmonument, en het graf eronder van Tromp, ligt Johannes Vermeer begraven. Vermeer is nu natuurlijk één van de bekendste schilders van Nederland. Hij woonde en werkte in Delft en dus lijkt het niet gek dat hij begraven ligt in de Oude Kerk. Dat is echter wel een beetje gek. Je ziet het al aan de grafsteen: die is wel héél klein en eenvoudig, alleen zijn naam, geboorte- en sterfdatum staan erop. Vermeer was een armoedzaaier tijdens zijn leven. Hij deed heel lang over zijn schilderijen en genoot nog niet het aanzien dat hij nu heeft. Hij schilderde dus langzaam en heeft dan ook maar een klein aantal werken voltooid. Daarom verdiende hij ook niet veel geld (en hij had ook heel veel kinderen trouwens, iets van 10 of 11). Omdat zijn vrouw echter uit een gerespecteerde familie kwam en Vermeer zelf ook wel een beetje aanzien had, kon hij toch in de Oude kerk begraven worden.

Tot slot heb ik een foto gemaakt van het interieur van de Oude kerk.

Vervolgens heb ik nog wat door de stad gewandeld, zonder een echt doel. Ik zag een mooi gebouw (ik weet niet meer wat het is, sorry) en een heleboel mooie straatjes.

Zo mooi ❤

Nogmaals: zo mooi ❤

Ik had er al bijna spijt van dat ik zelf broodjes had meegenomen als lunch, omdat ik zoveel leuke lunchplekjes heb gezien. Het was echter ook wel heel fijn om even met een boek en mijn broodjes aan een random grachtje te gaan zitten. Dit was mijn uitzicht, helemaal niet verkeerd.

Ineens hoorde ik heel veel gepiep. In de gracht zag ik een papa- en mama-meerkoet met drie kleintjes. Zó schattig! Ik vind het trouwens grappig dat kleine meerkoetjes een geel met rood kopje hebben, terwijl de volwassen meerkoeten een zwart met witte kop hebben. Dit was toch wel heel erg lief.
Na mijn lunch ben ik rustig naar de school gewandeld waar ik mijn sollicitatiegesprek had.

Rond half 5 was ik ’s middags weer thuis vanuit Delft.
Het was een hele fijne dag. Ik ben blij dat ik er een dagje van heb gemaakt, want Delft is echt geweldig! ❤

 

 

 

 

Persoonlijke update.

De laatste periode wil het bloggen niet echt lukken. Ik heb wel zin om iets te schrijven, maar ik weet niet zo goed waarover. Op het moment ben ik voornamelijk druk met mijn werk en daarnaast doe ik heus wel leuke dingen, maar eigenlijk zijn die niet noemenswaardig genoeg om een heel artikel op mijn blog over te schrijven. Zo ging ik vorige week koffie drinken met een vriendin/studiegenootje van de lerarenopleiding, lachte ik heel wat af met mijn collega’s (en ook met leerlingen trouwens hier en daar), kleurde ik weer heel wat af (binnenkort weer een artikel met 5 kleurplaten hier te zien, want ik ga lekker!) en ga ik zo nu en dan met Johan of alleen even wat winkeltjes kijken of ergens koffie drinken en een taartje eten, of iets in die richting. Ik vermaak me dus eigenlijk prima, alleen zie je daar op de blog (nog) niet zoveel van terug. Op Instagram ben ik trouwens wel actief, dus als je wat meer wilt zien van wat ik zoal doe, dan kun je me daar volgen.

Werk, ritme (vinden), succesmomenten
Zoals jullie weten ben ik sinds half december werkzaam op het VMBO voor Vormgeven & Media in Rotterdam, als docent Nederlands. Ik geef voornamelijk bijlessen voor begrijpend lezen en tekst verklaren (voor examenleerlingen) en daarnaast heb ik één tweede klas die ik drie uur in de week Nederlands geef. Ik heb nu totaal 10 uur (klokuren) verdeeld over drie dagen. Dat lijkt best wel weinig, maar ik merk dat ik nog wel moet wennen aan het nieuwe ritme dat ik nu heb en aan het werk dat ik moet doen. Werken in het onderwijs betekent namelijk niet alleen voor de klas staan, maar ook lessen voorbereiden, huiswerk en toetsen nakijken, toetsen maken, afspraken maken, gesprekken voeren, vergaderingen en meetings met collega’s bijwonen en voorbereiden, buitenschoolse activiteiten doen en ga zo maar door. Ik ben dus wel meer aan het werk dan die 10 uur in de week.

Gelukkig doe ik mijn werk tot nu toe met veel plezier, hoewel het nog wel veel energie kost en ik ’s avonds dus regelmatig best wel moe ben. Ik merk wel dat ik vaker ‘moe maar voldaan’ ben dan toen ik nog niet werkte, dus dat is wel fijn. Ik geniet meer van de vrije tijd die ik heb en de dingen die ik dan doe. De sfeer op mijn werk is heel erg goed, ik kan het eigenlijk met al mijn collega’s goed vinden en ik ken inmiddels ook bijna iedereen. Iedereen is heel aardig en behulpzaam, want ik stel nogal eens wat vragen omdat ik er regelmatig achter kom dat er nog best veel dingen zijn die ik nog niet weet. Sommige klassen en leerlingen kosten best veel energie, maar gelukkig krijg ik van andere leerlingen juist weer energie terug. Dat maakt het wel heel fijn. En als ik dan succesmomenten ervaar zoals afgelopen week, dan helpt dat natuurlijk heel erg om positief te zijn en te blijven!

Mijn succesmomenten van afgelopen week waren er vast wel meer dan deze twee, maar deze twee zorgden ervoor dat ik donderdagmiddag met een grote glimlach rond 16 uur de school verliet. Het eerste moment was tijdens de les toen mijn leerlingen zelfstandig aan het werk waren, een leerling naar me toe kwam en vroeg ik of ik haar nog wat wilde uitleggen. Het ging over het lijdend voorwerp. Ik legde haar de theorie nogmaals uit en oefende met haar een aantal zinnen, waarna ze zelf nog wat zinnen probeerde en toen snapte ze het! Het lampje ging zeg maar echt branden en dat was tof om te zien. Ik heb haar zelfs per mail nog wat meer zinnetjes toegestuurd om mee te oefenen omdat ze dat graag wilde. Dat soort dingen geven mij echt energie en zijn echt één van de belangrijkste redenen voor mij om in het onderwijs te willen werken.

Het andere succesmoment was donderdagmiddag. Ik geef het laatste uur (van 15.05-16.05 uur) dan bijles Nederlands voor examenleerlingen. In mijn les zitten dan slechts drie jongens, wat ervoor zorgt dat we echt goed kunnen oefenen en ik hen echt kan helpen. Donderdag was er echter maar eentje. We hebben tot ongeveer kwart voor vier samen heel hard gewerkt aan een aantal teksten uit een oud examen, om hem te laten wennen aan hoe het examen eruit ziet en om met de vragen te werken. Ik heb hem ook tips gegeven waar hij op moest letten en ik zag echt dat hij heel goed zijn best deed. Dat was echt superfijn en ik ging dan ook toen we stopten met een blij gevoel naar huis. Ik moest dus eigenlijk nog wat langer door, maar we waren klaar en hadden al hard gewerkt dus het was wel mooi geweest.

Vrije tijd // leuke dingen op de planning 
Genoeg over mijn werk. Volgens mij hebben jullie nu wel voor ogen wat ik ongeveer doe en dat ik het best naar mijn zin heb (hoewel ik wel naar het moment uitkijk dat het ’s ochtends licht is als ik om 7 uur – twee keer in de week – de deur uit moet)! Naast mijn werk doe ik gelukkig ook nog zat leuke dingen. Momenteel zijn die allemaal niet zo spectaculair, zoals ik aan het begin van dit artikel al beschreef, maar ik geniet er wel van. Ik lees nog steeds iedere dag een vast aantal blogs – hoewel ik wel wat aan het opruimen ben geweest, ook op Facebook heb ik een hoop pagina’s en wat ‘vrienden’ verwijderd en dat bevalt prima (ik kijk de laatste tijd sowieso veel minder op Facebook, hoewel ik wel veel op Instagram te vinden ben). Daarnaast probeer ik regelmatig te lezen en kleur ik dus veel.

Voor de komende tijd staan er ook nog wat leuke dingen op de planning. Vandaag – als dit online komt – ben ik met Johan en mijn moeder naar de Orchideeënhoeve. Dit was ons verjaardagscadeautje voor mijn moeder. Ik denk dat ik hier nog wel een artikel over ga schrijven! Komende week zijn er ook wat leuke dingen. We zijn woensdag 2,5 jaar getrouwd en gaan dan lekker samen uit eten. Johan had de woensdag en donderdag lang geleden al vrij gevraagd zodat we misschien ergens heen konden, maar nu ik werk heb kan dat helaas niet. Ik kan natuurlijk niet zomaar vrij krijgen (nadeel van het onderwijs: je hebt wel veel vakantie, maar wel in vaste periodes en daarbuiten kan het eigenlijk niet). Gelukkig kunnen we wel samen uit eten en donderdag gaan we, als ik klaar ben met werken, naar het Boekenfestijn in Ahoy. Nieuwe boeken kopen, yes! ’s Avonds gaan we naar de verjaardag van mijn schoonzusje die donderdag jarig is. Zaterdag is de open dag van mijn werk, dus dan ben ik de hele dag op school. De week erna op zaterdag gaan we het nieuwe huis van vrienden (die we een tijdje terug hebben helpen verhuizen) bewonderen en bij hen eten, daar heb ik ook veel zin in 🙂 En dan staan er verder weg – in de voorjaarsvakantie begin maart – nog wat leuke dingen gepland, maar daarover later meer…!

Ik denk dat jullie nu wel weer een aardig idee hebben van waar ik zoal mee bezig ben 🙂 Als je nog vragen hebt of iets wilt vertellen, laat het dan gerust achter in de reacties! Ik hoop dat het met jullie ook goed gaat! 🙂

Mijn eerste week op het VMBO voor Vormgeven & Media.

Het is alweer maandag en dat betekent dat morgen mijn tweede werkweek bij mijn nieuwe baan gaat beginnen. Ik ga vanaf deze week echt lesgeven aan verschillende klassen. Vandaag wil ik je echter nog wat meer vertellen over mijn eerste week bij mijn eerste echte ‘volwassen baan.’ Wat heb ik allemaal gedaan en welke klassen ga ik lesgeven de komende tijd? Per dag heb ik even een klein verslagje voor jullie geschreven en daarna zal ik vertellen wat de komende tijd de bedoeling is.

Maandag 
Om 9 uur ’s ochtends had ik afgesproken – voor het sollicitatiegesprek had ik het ov zo gepland dat ik er om 8.40 uur al was, maar nu vond ik het een mooie kans om te kijken of het met de bus van 8 uur ook zou lukken; volgens 9292ov zou ik dan om 8.59 uur aankomen. Natuurlijk had 9292 weer eens véél te ruim gerekend met lopen en dergelijke dus was ik netjes rond 8.50 uur op school. Het eerste lesuur was al begonnen, want dat is op mijn school al om 8.10 uur!

Deze dag had ik wat afspraken met mensen om boeken te krijgen, te bespreken welke klassen ik krijg en hoe mijn programma voor deze week eruit zou zien. De Macbook die iedere leerling en iedere collega heeft, werd alvast geregeld en ook mijn accountgegevens (emailadres e.d.) zouden snel doorgegeven worden vanaf Personeelszaken (beetje lastig dat die op de hoofdlocatie, het mbo dus, zitten). In de tussentijd werd mijn rooster zo’n beetje in elkaar gezet en kreeg ik nogmaals een rondleiding door de school. Dit keer werd ik aan iedereen die we tegenkwamen voorgesteld en dus was het bijna een overload aan informatie deze dag, haha. Op klas 3 na heb ik nu de boeken van ieder leerjaar in huis trouwens. Voorlopig heb ik toch geen derde klas, dus het maakt ook niet uit dat ik die boeken (nog) niet heb. Ik heb maandag dus voornamelijk véél mensen ontmoet en ook veel informatie gehad over boeken, online leermethodes, extra methodes en dat soort dingen. Met een vol hoofd ging ik dan ook rond 14 uur naar huis. Op naar de dinsdag, waarop ik ’s ochtends een aantal lessen bij zou wonen die ik deze week zelf ga geven.

Dinsdag 
Ik moest om 7 uur al de deur uit om op tijd op mijn werk te zijn. Ik was er netjes om 7.50 uur. Om 8.10 uur begint het eerste lesuur, dus kon ik nog even rustig koffie drinken in de (fijne!) docentenkamer en nog wat meer mensen ontmoeten. Het eerste uur had ik ‘leerjaar 2 bord’ zoals dat heet. Dit is een soort meeting met de docenten van een bepaald leerjaar (ik snap niet helemaal nog hoe ze dat indelen – ik krijg bijvoorbeeld leerlingen uit klas 1, 2 en 4 maar zit dus bij het bord van leerjaar 2) waarin de belangrijke ontwikkelingen van de afgelopen week, zoals positief als negatief, worden besproken. Dit alles wordt kort opgeschreven op een bord – vandaar de naam 😉 – en daarna worden er wat dingen doorgenomen die de komende week aan bod zullen komen. Degene die de ict doet (het is een kleine school met ongeveer 500 leerlingen, dus hij geeft ook les) zit ook in die groep dus kon ik gelijk een afspraak maken voor het ophalen van mijn Macbook die dag. Dat was wel handig. Ik hoorde gelijk van alles over lopende projecten, klassen, leerlingen en collega’s, dus voor mij was het prettig. Ik kon ook wat vragen stellen dus dat hielp ook wel.

Vervolgens heb ik een uur doorgebracht met een collega die nu de hulples geeft voor Nederlands aan acht brugklassers. Deze les ga ik vanaf a.s. dinsdag geven. Dit is voor begrijpend lezen. Hier wordt een bepaalde methode voor gebruikt zodat de leerlingen beter leren begrijpend lezen. Tevens wordt hun woordenschat uitgebreid. Ik vond het wel fijn om zo rustig te beginnen. Met de methode had ik al kennis gemaakt dus ik kon het goed volgen.
Het derde uur heb ik even bij mijn tweede klas, die ik gewoon Nederlands ga geven (reguliere lessen dus, 3 uur per week), gekeken omdat ik toch geen afspraken of lessen meer had. Dit was een lesje Duits, maar ik kon ze alvast wel even zien. Er zitten 26 leerlingen in mijn klas. Ook het observeren van andere docenten is nu als starter wel heel handig om te zien, want ik kan er erg veel van leren qua klassenmanagement en de werkwijze van deze organisatie. Na een kort gesprek met mijn leidinggevende – zeg maar, het is het hoofd van de onderbouw als ik het goed onthouden heb – ben ik naar huis gegaan, omdat ik ’s middags ook nog post moest bezorgen.

Woensdag 
Ik begon pas om 12.50 uur, lekker rustig dus. Ik zit op woensdagmiddag twee uur op de zogenoemde ‘thuisbasis.’ Dit is een pilot met twee brugklassen om te kijken of het bevalt. Zij krijgen ’s ochtends les en zitten ’s middags op de thuisbasis, een soort leerplein, waar ze zelfstandig mogen werken aan hun huiswerk voor alle vakken. Er zit dan één docent bij die toezicht houdt. Ik ga hier kleine groepjes leerlingen helpen met begrijpend lezen. Er is een klein bij-lokaaltje waar ik dat kan doen, deze klassen zitten namelijk in portocabins omdat er in de school geen ruimte is (er zijn plannen voor nieuwbouw, want het gebouw is veel te klein nu). Vandaag heb ik gewoon meegekeken bij beide klassen, om eens te zien hoe ze werken en hoe ze zijn. Om 14.50 uur ben ik naar huis gegaan.

Donderdag 
Om 8.10 uur mocht ik weer beginnen. Dit keer ook met een hulples, maar nu voor tweedeklassers. Zij gebruiken dezelfde methode voor begrijpend lezen verbeteren als de brugklassers, maar dan op een iets hoger niveau. Deze les werd gegeven door weer een andere docent, dus ik kon nu weer mooi kijken hoe hij de les in elkaar had gezet. Bij dit uur zitten 16 leerlingen. Vervolgens heb ik een uur meegelopen met een collega Nederlands, daarna had ik een tussenuur waarin ik een beetje met mijn Macbook heb zitten klooien (ik ben Windows gewend dus ik snap er nu langzaam steeds ietsje meer van) en daarna heb ik het Nederlands-uur van mijn tweede klas bijgewoond, bij dezelfde collega. Daarna ben ik naar huis gegaan, want de laatste hulples die ik bij zou wonen, voor vierdeklassers – examentraining is dit voornamelijk – ging niet door vandaag. Hen heb ik helaas dus nog niet gezien, ik hoop komende week even aan te schuiven bij een les Nederlands, voordat ik hen op donderdagmiddag zie.

Vrijdag was ik vrij van mijn werk en hoefde ik alleen post te bezorgen.

Wat ga ik doen? 
Ik ben nu dus docent Nederlands. Ik ga werken op dinsdag, woensdag en donderdag. Op dinsdag werk ik ’s ochtends, op woensdag ’s middags en op donderdag bijna de hele dag. Deze komende week is lekker rustig opstarten, want daarna is het kerstvakantie.

Ik geef op dinsdagochtend een hulples aan brugklassers. Deze leerlingen zijn niet zo sterk in Nederlands en in het rooster van iedere leerling van de school zitten een vast aantal uren waarin ze bijles krijgen in een zwakker vak, of juist verrijkingsopdrachten als ze meer uitdaging nodig hebben, of extra huiswerkbegeleiding, etc. Ik geef dus de hulplessen Nederlands en deze zijn voornamelijk voor begrijpend lezen. Op woensdagmiddag ga ik dit ook doen bij twee brugklassen die dus op de thuisbasis, zoals net beschreven, zitten. Op donderdag geef ik een hulples begrijpend lezen bij tweedeklassers – 16 leerlingen – en ’s middags een hulples voor examenleerlingen. Dit is voornamelijk gericht op examentraining en dus op tekst verklaren en woordenschat (uitbreiden). Naast deze hulplessen, die je dus kunt zien als bijlessen Nederlands/begrijpend lezen, geef ik één tweede klas les. Hen geef ik de reguliere Nederlands lessen op dinsdag, woensdag en donderdag. Ik zie hen dus drie uur in de week. Mijn lesuren bestaan uit klokuren, dus ik heb lekker de tijd om veel te doen in een week. Dat vind ik wel prettig, ook omdat op mijn school ieder lesuur begonnen wordt met 5 minuten lezen. Iedere leerling heeft verplicht een leesboek bij zich en leest daar ieder uur dus minimaal 5 minuten uit. Bij de hulplessen doen we dit trouwens niet bij Nederlands, omdat dit een beetje dubbelop is en van de oefentijd voor begrijpend lezen, waarvoor ze eigenlijk komen, afgaat.

Het is een heel lang verhaal geworden van ruim 1400 woorden (!) dus bedankt als je dit allemaal gelezen hebt! Ik heb inmiddels ook een postvak, een soort pasje/token om te kunnen kopiëren, printen en scannen, een emailadres en inloggegevens en een (leen-)Macbook. Als dit online komt hoop ik dat mijn rooster ook goed in Magister staat, want dat is nu (vrijdagmiddag) helaas nog niet geregeld. Ik ben al wel gekoppeld aan de juiste studiewijzers en toetsen en ook mijn leerlingen kan ik nu bekijken. Dat is wel fijn. Ik ben heel benieuwd hoe het gaat zijn komende week, maar daar schrijf ik dan vast wel weer een – iets korter, haha! – artikel over! Bedankt voor het lezen 🙂

Iets over werk | Kinderboekenweek & museum.

Het leek me wel leuk om jullie wat meer te vertellen over het werk dat ik ga doen tijdens de Kinderboekenweek! (Later in dit artikel vertel ik nog iets over het museum, vandaar dat dat ook in de titel staat.) Een tijdje geleden solliciteerde ik via een uitzendbureau op deze functie en ik werd uitgenodigd voor een gesprek. De week erna hoorde ik dat ik aangenomen was en afgelopen maandag was de introductieochtend. Hier hoorde ik meer over het programma dat we gaan draaien.

Wat ga ik doen? Officieel ben ik ‘educatief medewerker.’ Het idee is als volgt: in de Kinderboekenweek (die overigens twee weken duurt, haha – van 3 t/m 14 oktober) ga je als educatief medewerker langs scholen – of er komen groepen langs in de bibliotheek. Zoals het er nu naar uitziet ga ik langs op basisscholen. Het programma is voor groep 3 t/m 8. Ieder uur komt er een nieuwe groep en je draait dan 3 groepen op een ochtend (van 9 tot 12 uur dus). Eventueel kunnen er in de middag – tot 15 uur ongeveer – ook nog groepen komen. Ieder uur draai je hetzelfde programma, waarbij het de bedoeling is dat de kinderen met een blij gevoel het lokaal weer verlaten. Er zitten spelletjes bij, voorlezen uit verschillende kinderboeken, een stukje boekpromotie (van die kinderboeken natuurlijk) en filmpjes. Het programma heet ‘doe de leeselixer mixer’ en in een uur tijd mogen de kinderen steeds een ‘ingrediënt’ kiezen voor het leeselixer. Er zijn in totaal 9 onderdelen, waarvan je er een aantal kunt doen – en de kinderen kiezen dus welke onderdelen je behandelt. Achter ieder onderdeel (bijvoorbeeld ‘een snufje stout’ of ‘een drupje dapper’ – de namen van de ingrediënten allitereren steeds) zit dan een filmpje, een stukje voorlezen, een spelletje of iets dergelijks, wat je dan met de kinderen doet. Bij ieder ingrediënt hoort ook een bepaald boek. Aan het eind van het uur heb je dan een mooi leeselixer gemaakt. Het thema van de Kinderboekenweek is ‘opa en oma voor altijd jong’ en daar sluiten de boeken dan natuurlijk bij aan. Het programma krijg ik nog aangeleverd op powerpoint, zodat ik dat gewoon op een usb mee kan nemen en kan draaien. Ik hoor nog wanneer ik ben ingedeeld, omdat er veel medewerkers zijn is het maken van een rooster natuurlijk lastig. Het zullen maar een paar ochtenden zijn waarschijnlijk, maar hé: alles is meegenomen en het lijkt me heel leuk! Dat is natuurlijk het belangrijkste (oké en ik krijg ervoor betaald).

Ik ben erg benieuwd naar hoe dit gaat! De juf of meester is er in principe bij, vooral ook omdat er ook boekpromotie bij zit en omdat er ook veel medewerkers zijn die geen/nauwelijks educatieve ervaring hebben. Dan is het wel fijn als er iemand bij is die in kan grijpen mocht dat nodig zijn.

 

Museumwerk 
Dan, zoals beloofd in de titel en bovenaan dit artikel, nog iets over het museum. Ik werk zoals je waarschijnlijk wel weet als vrijwillige conservator in het Rien Poortvlietmuseum. Tot eind oktober is het museum nog open en daarna gaat het weer dicht tot begin april. Dan start de nieuwe expositie. Mijn werkzaamheden zijn voornamelijk het samenstellen van de nieuwe expositie en het onderhouden van contacten met andere musea, bijvoorbeeld voor bruiklenen en gastexposities. Daarnaast is er ongeveer iedere maand een bestuursvergadering. Nu kwam er van de week iemand langs uit het bestuur om te praten over ‘veranderingen in het bestuur.’ Ik wist verder eigenlijk van niets, maar de samenwerking vond ik de laatste tijd niet zo prettig verlopen. Hier ga ik verder niet op in, want dat gaat eigenlijk niemand inhoudelijk echt iets aan. Het kwam dus voor mij niet helemaal uit de lucht vallen toen werd verteld dat het bestuur had besloten dat ze inzagen dat ik misschien toch niet de juiste persoon was voor de functie van conservator. Dat betekent plat gezegd gewoon dat ik nu stop met mijn werkzaamheden. Ik mocht eventueel nog verder met de huidige werkzaamheden – het begin van de nieuwe expositie dus – maar ik heb gezegd (begrijpelijk lijkt me en dat vond hij gelukkig ook) dat ik er dan meteen mee stop en al mijn taken overdraag. Het heeft dan namelijk geen zin om nog iets te gaan doen waarvan je weet dat het je uiteindelijk niets meer gaat brengen.

Dat betekent dat ik dus geen conservator meer ben! Gelukkig was het ‘maar’ vrijwilligerswerk dus dat scheelt. Ik heb daarnaast veel geleerd en nieuwe contacten opgedaan, dus dat is positief. Ik heb mijn ideeën voor het museum en mijn ervaringen – zowel positief als negatief – mee kunnen geven en dat is afgelopen woensdag besproken in de bestuursvergadering. Het was in ieder geval een goede ervaring en het staat natuurlijk altijd mooi op je C.V., haha. Nu ga ik misschien wel op zoek naar ander vrijwilligerswerk, maar ik hoop natuurlijk eigenlijk op een betaalde baan binnenkort. Dat zou nog mooier zijn en is uiteraard ook de bedoeling uiteindelijk.

Tot slot nog iets wat ik nu doe en wat niet in de titel staat: op vrijdag, als dit online komt dus, ben ik weer begonnen met post bezorgen! Ik heb van de week mijn postwijk, die gewoon start als ik de deur uitloop (of nog niet eens, want mijn eigen adres hoort er ook bij, haha), uitgezocht en ben vandaag dus begonnen (of ga beginnen straks als je dit héél vroeg op de ochtend al leest). Ik heb er zin in, want ik vind post bezorgen leuk én er komt gelijk weer wat geld in het laatje!

Ik hoop dat je het leuk vond om deze werkupdate te lezen! Hoe gaat het met jouw werk, of studeer je nog? En wat doe je dan? Laat zeker een reactie achter, vind ik leuk om te lezen! 🙂