Review boek 15 | Het geheime leven van kleuren.

Het is eindelijk weer eens tijd voor een boekreview op mijn blog! De afgelopen tijd heb ik drie boeken gelezen, waarvan ik er hier slechts één ga reviewen. Niet omdat ik de andere twee slecht vond, maar omdat het niet echt boeken zijn waar ik een leuke, boeiende review over kan schrijven. Het ene boek is een onderwijsboek dat je helpt om je (onderwijs)visie duidelijk te krijgen en je als professional te ontwikkelen. Het was best een goed boek, maar helaas zaten er veel spel- en grammaticafouten in en was het hier en daar een beetje saai (zo, dat is een mini-review van boek 16 dan). Het andere boek dat ik las maar niet uitgebreid wil reviewen is het communistisch manifest van Karl Marx en Friedrich Engels. Een lastig geschreven boekje omdat het al erg oud is (dus de Nederlandse vertaling is alsnog ingewikkeld), maar wel erg interessant. Ik denk echter dat het niet heel boeiend is voor de meeste lezers van mijn blog om daar een uitgebreide review van te lezen, dus houd ik het bij dit: ik wilde het altijd al eens lezen, ik vond het interessant maar wel moeilijk, en kan het historici of geïnteresseerden in politieke geschiedenis (van die tijd) aanraden om te lezen.

Dan gaan we nu over tot de echte review van dit artikel, over het boek Het geheime leven van kleuren van Kassia St Clair. Ik heb het een tijd geleden (al voor de zomervakantie!) gekocht in de boekhandel omdat de cover, de achterflap en de kleurige binnenkant me aanspraken. Het is geen verhaal dat je constant wilt lezen, daarom heb ik er wat langer over gedaan en las ik ondertussen ook andere boeken. Het is een informatief boek dat je van alles leert over kleuren en de verhalen en geschiedenissen erachter. Vandaag vertel ik je meer over waar het boek over gaat en wat ik ervan vond.

Waar gaat het boek over? 
Ik vertelde al kort iets over waar dit boek over gaat, maar dit staat op de achterkant:
‘In Het geheime leven van kleuren heeft Kassia St Clair haar levenslange fascinatie voor kleuren gegoten in een uniek boek, waarin ze betoverende verhalen vertelt over de 75 bekendste tinten en kleurschakeringen. Waarom wordt de maagd Maria in de renaissance bijna altijd in blauw afgebeeld? Waarom zijn worteltjes oranje? En waarom zie je groen van jaloezie? Het geheime leven van kleuren gaat over mode en politiek, kunst en oorlog, over het geel van Van Goghs zonnebloemen, over Picasso’s blauwe periode, over het rood in de grottekeningen van Lascaux en over de fluorescerende kleuren van punk. Het geheime leven van kleuren is een levendige geschiedenis van kleuren en de onvergetelijke verhalen die erachter schuilgaan. Het geeft een geheel nieuwe blik op onze geschiedenis en cultuur; na het lezen van dit boek zal het kijken naar kleur nooit meer hetzelfde zijn.’

Kassia St Clair is journalist en ze heeft in de Elle Decoration een column over kleur. Deze columns (en meer) zijn nu gebundeld in dit boek.

Wat vond ik van het boek? 
Dikke aanrader! Kassia weet heel goed waar ze het over heeft en dat merk je in de manier waarop ze schrijft. Het is geen saai boek met uiteenzettingen over allerlei kleuren, maar het is vlot geschreven en leest vrij makkelijk weg. Omdat het informatief is, maar wel lekker leest en niet te ingewikkeld is, lees je er niet iedere dag in maar wil je het er wel steeds weer bij pakken om weer wat nieuws te leren over een kleurtint. Sommige kleurtinten had ik nog nooit van gehoord (Guttegom – een soort geel – Vlo – een soort roze – en Fallow – een soort bruin – bijvoorbeeld) en over andere kleurtinten wist ik niet zoveel of niet de bijzondere verhalen (bijvoorbeeld Inktzwart, Avocado, Smaragdblauw). Het is letterlijk een kleurrijk boek dat allerlei bijzondere verhalen vertelt en, ondanks dat het hoofdonderwerp ‘kleur’ is, je van alles leert over allerlei vakgebieden.

De achterflap heeft dus absoluut niet gelogen: ik heb van alles geleerd over politiek (soms mochten alleen regeringsleiders of het leger een bepaalde kleur dragen en de gewone mensen niet), over mode (waarom is soms die kleur in en waarom soms de andere?), over geschiedenis en cultuur (die zijn natuurlijk beide overkoepelend voor alle thema’s en verhalen) en over kunst (waarom had Picasso een blauwe periode en welke tint gebruikte hij dan?) en oorlog (welke kleuren gebruiken legers en waarom? Dit was zeker niet altijd het onopvallende ‘legergroen’ dat nu gebruikt wordt, vroeger wilden soldaten juist opvallen en droegen ze bijvoorbeeld felrode kleding!). Heel erg interessant en leuk, ik heb eigenlijk geen enkel nadeel gevonden aan dit boek!

Advertentie

Review | Dunkirk.

Het is inmiddels alweer een tijdje geleden dat ik naar de bioscoop ben geweest, maar de laatste keer ging ik met een vriend naar de film Dunkirk. Dat vond ik zó’n goede film dat ik nu alsnog een review wilde schrijven! De film draait nog steeds in de bioscoop trouwens, dus als je ‘m nog niet gezien hebt: ga erheen!

View this post on Instagram

Dunkirk it is! 😊 #dunkirk #bios #pathe

A post shared by Linda Bestebreur (@lindabestebreur) on

Waar gaat de film over? 
‘Dunkirk start als honderdduizenden Britse en geallieerde soldaten omsingeld zijn door vijandelijke troepen. Gevangen op het strand met hun rug naar de zee staan ze voor een onmogelijke situatie als de vijand dichterbij komt.’

Dat is het karige, maar wel kloppende, verhaal dat Pathé je voorschotelt als je op de pagina van de film Dunkirk kijkt. De film speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Franse stad Duinkerke – en voornamelijk op het strand daarvan. Je volgt drie verhalen die uiteindelijk met elkaar verbonden worden. Alles komt uiteindelijk bij elkaar. Tijdens het verhaal volg je een jonge Britse soldaat, een Britse piloot en een vader, zoon en vriend die vanuit Engeland richting Duinkerke varen om de gestrande soldaten op te gaan halen. Het verhaal van de laatste personen beslaat een week, het verhaal van de soldaat een dag en het verhaal van de piloot een uur. Het verhaal van Duinkerke wordt op een indrukwekkende manier vertelt in deze film.

Wat vond ik van de film? 
Zoals ik al heel kort had samengevat aan het begin van dit artikel: ik vond het een hele goede film. Ik moet er gelijk wel bij zeggen dat ik het ook een hele heftige film vond. Het is natuurlijk een oorlogsfilm, maar door de vrij rustige manier van filmen en door het gebruik van indringende muziek werd ik extra meegezogen in het verhaal. Doordat de eerste scène gelijk vrij heftig is, zit je direct in het verhaal. Ik leefde heel erg mee met de hoofdpersonen. De losse verhalen komen op een geweldig mooie manier bij elkaar en het klopt allemaal. Ik vond de acteurs enorm goed, het kwam ontzettend echt en geloofwaardig over en ik denk dat een groot deel ook zo plaats heeft gevonden of plaats heeft kunnen vinden gedurende de Tweede Wereldoorlog.

De Engelse soldaten willen alleen maar naar huis, maar dat kan nog niet, en terwijl ze wachten op hulp worden ze van alle kanten gebombardeerd en aangevallen. Dit vond ik erg heftig, maar het is (helaas) wel waarheidsgetrouw. Het gehalte van betrouwbaarheid en geloofwaardigheid vond ik enorm hoog bij deze film. Ik heb zelfs aan het eind nog even moeten huilen omdat er een scène in zat die zó mooi en overtuigend gespeeld werd dat ik erg geraakt werd. Ik wil geen spoilers geven dus ik ga er verder niets over vertellen, maar als je de film gezien hebt weet je denk ik wel wat ik bedoel.

Ik vind Dunkirk een ‘verfrissende’ oorlogsfilm, als je dat zo mag noemen. Het was heel anders dan andere oorlogsfilms die ik heb gezien, dat probeer ik ermee te zeggen. Ik bedoel het in dit geval op een heel positieve manier. Ik vind het een aanrader voor iedereen, als je tenminste wel tegen wat heftige beelden kunt. Ga deze film zien!

Review boek veertien | De vrouw in de blauwe mantel.

Van mijn schoonzusje kreeg ik naast het vorige boek dat ik las ook nog het boekje De vrouw in de blauwe mantel, van Deon Meyer. Dit is een thriller die je een poosje geleden kreeg als je voor een bepaald bedrag aan boeken kocht, omdat het de spannende week was. Mijn schoonzusje houdt helemaal niet van thrillers en daarom kreeg ik dit boekje. Inmiddels heb ik ‘m uit en deel ik graag met je waar het over gaat en wat ik ervan vond.

Waar gaat het boek over? 
Het boekje is een ‘Bennie Griessel thriller’, dus blijkbaar zijn er meer boeken verschenen over deze rechercheur. Ik kende zowel de schrijver als deze boeken nog niet. Ze zijn van oorsprong Zuid-Afrikaans, in Zuid-Afrika speelt het verhaal zich ook af. Deon Meyer heeft tot nu toe 11 misdaadromans geschreven die zich afspelen in Zuid-Afrika, waarvan de reeks over Griessel het bekendst is. De boeken zijn ook vertaald vanuit het Afrikaans.

‘Kaapstad, Zuid-Afrika. Rechercheurs Bennie Griessel en Vaughn Cupido werken bij de afdeling Ernstige Delicten, ook wel ‘de Valken’ genoemd, de politie van Kaapstad. Ze krijgen een zaak toebedeeld die niemand anders wil en die al 96 uur oud is. Antiek, voor een moordonderzoek. Iemand heeft het lichaam van een vrouw bewerkt met bleekwater en daarna over een muur gedrapeerd, boven aan Sir Lowry’s Pass. De zaak van het Gebleekte Lijk biedt slechts twee minieme aanknopingspunten, maar Griessel en Cupido zijn niet anders gewend…’

Wat vond ik van het boek? 
Het verhaal leest heel makkelijk, de schrijfstijl van Meyer is vlot. Er zit veel humor in, maar die is soms zelfs voor mij te droog (en dat wil wat zeggen, want ik hou daar normaal gesproken wel van). Ik las het boekje in twee dagen uit, dat komt doordat het dus gemakkelijk weg las, doordat het maar een dun boekje van 95 pagina’s is en doordat het verhaal wel zo spannend is dat je wilt weten hoe het afloopt. Wie is de vrouw? Waarom is ze met bleekmiddel bewerkt? Kunnen Griessel en Cupido (hoe heeft Meyer ooit die namen bedacht trouwens? Best bijzonder) de moordzaak wel oplossen als ze maar twee hele kleine aanknopingspunten hebben?

Wat ik knap vond is dat het verhaal best wel kort is maar er toch spannende wendingen in zitten. Het loopt anders af dan je in eerste instantie denkt. Er wordt ergens in het boek een mogelijke dader gevonden, maar of hij het nu gedaan heeft of niet blijft lang onbekend. Het plot vond ik goed bedacht, maar had nog wat meer uitgewerkt mogen worden. Omdat het zo’n kort verhaal is, wordt er niet heel veel in details getreden en dat miste ik soms wel. Ik houd wel van wat meer details. Het verhaal heeft ook te maken met kunst en draait deels om een schilderij van Fabritius. Of dit schilderij echt bestaat weet ik niet, maar interessant en goed bedacht is het zeker. Er worden soms Afrikaanse uitdrukkingen en woorden gebruikt in het boek, dat leest wel wat lastig omdat het niet altijd wordt uitgelegd. Het maakt het boek echter wel heel eigen en authentiek – ik heb tenminste nog nooit zoiets gelezen in een thriller. Het is niet een superspannend of gruwelijk verhaal, maar wel een vermakelijk spannend verhaal dat je tussendoor lekker kunt lezen in de zomer. Ik vind het wel een aanrader!

Review boek dertien | 13 enveloppen & 1 rugzak.

Ik heb weer eens een boek uit gelezen. Dit keer is het een young adult die ik van mijn schoonzusje heb geleend, 13 enveloppen & 1 rugzak van Maureen Johnson. Vandaag vertel ik je wat ik ervan vond en waar het boek over gaat!

Waar gaat het boek over? 
‘Wanneer de 17-jarige Ginny van haar onlangs overleden tante 13 enveloppen ontvangt en geld om een vliegticket naar Londen te kopen, weet ze dat er iets spannends staat te gebeuren. Wat ze nog niet weet, is dat de reis haar leven drastisch zal veranderen. Samen met de regels die haar tante heeft opgesteld, storten de enveloppen haar in een groot avontuur. De brieven leiden Ginny naar Londen, Rome, Parijs, Amsterdam en Korfu. Terug in Londen wachten haar twee verrassingen: de jongen op wie ze verliefd is en het ware verhaal van haar tante. Het owrdt een reis om nooit te vergeten.

Regel 1: Je mag alleen meenemen wat er in je rugzak past.
Regel 2: Je mag geen reisgidsen of woordenboeken meenemen.
Regel 3: Je mag geen extra geld, creditcards, pinpassen of travellercheques meenemen.
Regel 4: Neem geen laptop, mobieltje, muziek of fototoestel mee. Het is verboden naar huis te bellen of via internet contact te zoeken met vrienden. Kaarten en brieven sturen is prima.
Regel 5: Open de enveloppen in de juiste volgorde en niet eerder dan aangegeven.’

Wat vond ik van het boek? 
Zoals gezegd is het een young adult, dus voor wat jongere lezers. Soms vind ik dit soort boeken heel leuk en soms zijn ze best wel kinderachtig. Dit boek zat er een beetje tussenin, ik vond het wel een heel leuk boek, maar soms was de hoofdpersoon Ginny of één van de andere personages een beetje kinderlijk nog of werd het iets te simpel beschreven naar mijn smaak. Los van dit vond ik het een heel vermakelijk boek om te lezen. Het is een leuk en grappig verhaal met allerlei gekke wendingen. Langzaam kom je erachter wat voor persoon Ginny’s tante was en waarom ze Ginny op zo’n waanzinnige reis stuurt.

Het verhaal vond ik heel origineel. Ik ken geen boek met dit verhaal. De regels vind ik heel leuk bedacht en het is tof om te zien hoe Ginny zich ontwikkelt in het boek en zich echt aan de regels probeert te houden. Ik vind haar een leuk personage en de meeste andere personen in het boek vond ik ook leuk. Dat maakt het lezen echt fijner. De brieven zijn weergegeven als ‘handgeschreven’, dat vond ik een leuk detail. Wat ik grappig vond was dat Ginny naar allerlei verschillende steden gaat. Ik ben zelf ook in Rome, Parijs en Amsterdam geweest en sommige stukjes waren erg herkenbaar. Het is een beetje stereotiep Amerikaans geschreven, dus in Amsterdam wordt overal wiet gerookt en dat soort dingen. Dat vond ik best hilarisch, lekker typisch. Het is niet echt een hoogstaand verhaal of iets dergelijks, maar wel een leuk boek om tussendoor eens te lezen. Aanrader!

 

Review boek twaalf | De man die tweehonderd keer ontsnapte.

Het twaalfde boek dat ik dit jaar las was De man die tweehonderd keer ontsnapte van Horace Greasley & Ken Scott. Het is een waargebeurd verhaal over Horace Greasley, die in de Tweede Wereldoorlog in een kamp terechtkwam en de liefde van zijn leven ontmoette. Vandaag vertel ik je wat ik van het boek vind!

Waar gaat het boek over?
Horace is pas twintig als Hitler in 1939 Tsjechoslowakije en Polen bezet. Hij neemt dienst in het Engelse leger en wordt in mei 1940 gevangengenomen. Na een dodenmars van tien weken door Frankrijk en België volgt een gruwelijke treinreis naar een Duits werkkamp in Polen. Uitgeput en ondervoed ontmoet Horace de zeventienjarige tolk Rosa uit Silezië en hij wordt meteen verliefd. Hij wil dolgraag ontsnappen maar het kamp ligt zo geïsoleerd dat dat geen enkele zin heeft. Om toch bij zijn geliefde Rosa te kunnen zijn, breekt hij uit – soms twee, drie keer per week – waarna hij noodgedwongen weer terugkeert naar zijn barak. Keer op keer tart Horace het noodlot uit naam van de liefde. 

Dit boek is gebaseerd op een nog niet eerder verteld, waargebeurd verhaal; op basis van ooggetuigenverslagen en meer dan honderd uur interviews. Het is een getuigenis over oorlogsgeweld, heldenmoed, en hoe liefde kan bloeien in de meest onmogelijke situaties.
Horace Greasley bracht vijf jaar van zijn leven door in krijgsgevangenschap. Op 89-jarige leeftijd besloot hij zijn oorlogservaringen te publiceren. De Engelse auteur Ken Scott hielp hem daarbij. In 2010 overleed Horace Greasley, 91 jaar oud.

Wat vond ik van het boek? 
Omdat het een waargebeurd oorlogsverhaal is, leest het al heel anders dan wanneer je weet dat het fictie is. Ik werd vanaf het begin gelijk meegenomen in het ongelooflijke verhaal van Horace. Hij kan goed vertellen en het verhaal is mooi opgeschreven. Het is niet geromantiseerd, je hoeft echt geen klef liefdesverhaal te verwachten. Het is rauw, wreed en grof, zoals de oorlog was. Het verhaal treedt soms in details die je misschien liever niet had willen weten over de Tweede Wereldoorlog, maar dit maakt het wel echt en het laat je ook beseffen hoe vreselijk het is geweest. Het boek is er zeker beter door geworden. Gedurende het verhaal ben ik echt gaan houden van de hoofdpersonen (ik wilde schrijven ‘personages’, maar dat klinkt alsof het fictie is en dat is het niet), je leeft met ze mee en gaat de nazi’s en hun wreedheden net zo haten als de soldaten.

Het liefdesverhaal van Rosa en Horace is ongelooflijk. Ik kon soms bijna niet geloven wat ik las, niet alleen over de omstandigheden gedurende hun dodenmars, hun uitputtende werk en de wreedheden in het kamp, maar vooral het liefdesverhaal waar dit verhaal voor een groot deel om draait, is bijna niet te bevatten. Telkens weer zet Horace zijn leven op het spel omdat hij zo graag bij Rosa wil zijn. Hij riskeert daarmee ook het leven van Rosa en ook van andere kampleden.

Ondanks dat je weet dat Horace de oorlog overleeft – hij heeft immers zelf zijn verhaal vertelt aan Ken Scott – is het tot het einde toe spannend. Soms spant het erom of Horace en zijn vrienden het wel gaan halen en ze beleven de meest ongelooflijke en onwaarschijnlijke dingen. Eromheen worden de geschiedenis van de mensen uit Silezië en het verloop en ook de afloop en nasleep (bijvoorbeeld hoe de Russen omgingen met de bewoners van Praag, ze waren geen haar beter dan de Duitsers!) van de Tweede Wereldoorlog goed en helder uiteengezet. Het is fijn dat beide kanten van het verhaal, zowel dat van de Duitsers en de bevolking als dat van de Joden en kampbewoners, wordt verteld. Hoe het precies afloopt met Horace en Rosa ga ik natuurlijk niet vertellen, het is mooier om zelf het verhaal te lezen. Nu ik over een aantal weken Auschwitz hoop te bezoeken (hier heeft Horace overigens niet gezeten) ben ik me nog wat meer aan het verdiepen in de verhalen van de mensen. De Tweede Wereldoorlog heeft de grote lijnen die verschrikkelijk zijn en blijven, maar als je je verdiept in de verhalen van eenvoudige mensen zoals Horace, die vaak al op zeer jonge leeftijd ongewild bij de oorlog betrokken raakten, dan komt het nog dichterbij en besef je dat het heel mooi is dat wij in vrede leven én dat we er absoluut voor moeten zorgen dat zulke wreedheden niet meer voor zullen komen – wat helaas in sommige landen wel degelijk nog plaatsvindt… Iets om bij stil te staan.

Ik vind dit boek een absolute aanrader voor wie houdt van rauwe, echte liefdesverhalen in onmogelijke omstandigheden. Je moet wel tegen wat lompheid en grove taal kunnen, maar dat past het verhaal en de situatie.

 

Review boek elf | In het duister.

Een week geleden plaatste ik een review over het boek De Vliegeraar. Nu is het alweer tijd voor de review van het volgende boek: In het Duister van Mark Billingham. Dit is een literaire thriller.

Waar gaat het boek over? 
‘Een regenachtige avond in een achterbuurt in Zuid-Londen. Vijf tieners wachten in een auto op hun prooi. De eerste de beste passerende automobilist zal het slachtoffer worden van een dodelijke initiatierite. Het is het begin van een bloedstollend verhaal waarin niets is wat het lijkt. In het duister volgt drie mensen die op een een of andere manier bij de schietpartij zijn betrokken: de jongen die de trekker overhaalde, een oudere gangster die op wraak zint en de hoogzwangere vrouw die op zoek is naar de waarheid. Het speelt zich af in een gewelddadige stad, waar jeugdbendes slaags raken met professionele criminelen en waar loyaliteit in mensenlevens wordt betaald. Geheimen worden ontsluierd in hetzelfde tempo als waarin er nieuwe slachtoffers vallen. De adembenemende ontknoping van In het duister blijft tot het einde onvoorspelbaar.’

Wat vond ik van het boek? 
Er wordt zoals op de achterkant beschreven steeds verteld vanuit het perspectief van drie verschillende personen: de jongen die schoot (Theo), een hoogzwangere vrouw (Helen) en een oudere gangster (Frank). Daarnaast zijn er nog tal van andere personen die een rol spelen in het verhaal. Je moet goed je aandacht erbij houden, zeker in het begin, om duidelijk te krijgen wie wie precies is en wat voor rol iedereen speelt. Er wordt in de jeugdbendes veel straattaal gesproken en dat is dus ook weergegeven in het boek. Aan de ene kan heel goed, want zo werkt het nu eenmaal, maar aan de andere kant maakt het de leesbaarheid wel moeilijker in het begin. Als je er eenmaal aan gewend bent is het prima. Er wordt snel geschakeld tussen de verschillende hoofdpersonen. In het begin is dit lastig, want als je net denkt te begrijpen hoe iemand een beetje denkt en in elkaar zit, wordt er weer geschakeld. Later wordt dit wel fijner, want je went eraan en het houdt het verhaal ook spannend.

Het verhaal vond ik wel goed bedacht, de plot was supergoed en, zoals beschreven op de achterkant, onvoorspelbaar. Hierin ben ik niet teleurgesteld. Het verhaal zelf zit ook goed in elkaar en het is goed uitgewerkt. Sommige personen blijven echter nogal oppervlakkig en soms zijn ze ronduit irritant. Dan snap ik hun keuzes en gedachtegangen niet (goed) en dat vond ik wel irritant. Hierdoor kon ik me niet zo goed inleven. Sowieso niet in het verhaal, maar doordat de hoofdpersonen ook nog ver van mij afstonden qua gedachtes, plannen en keuzes werd dat nog meer. Ik vond het vervelend dat er wat losse eindjes zijn aan het einde van het boek. Er zijn gewoon wat dingen niet opgelost, vragen waar ik geen antwoord op gekregen heb. Hoe loopt het af met sommige personen in het verhaal? Hoe gaat de baby heten en hoe loopt de bevalling überhaupt af? Wie heeft Paul vermoord? Het blijft soms een beetje vaag en dat vond ik wel jammer.

Als ik dit boek een cijfer zou moeten geven, zou het denk ik een 7 zijn. Ik vond het wel spannend en het einde was erg goed, maar omdat het ver van mij afstond, ik de personages niet allemaal even leuk vond (soms ronduit irritant) en sommige vragen onbeantwoord blijven voor mij, krijgt het toch niet hoger dan een 7. Als je houdt van thrillers die niet al te grof en wreed zijn en je kunt door de straattaal en irritaties heen lezen, dan is het best een goed boek.

 

Review boek tien | De vliegeraar.

Voordeel van zulk lekker weer: ik lees veel boeken! Ik heb alweer een boek uitgelezen en vandaag lees je hier weer de review!

Waar gaat het boek over?
Amir en Hassan zijn gevoed door dezelfde min en groeien samen op in Kabul. Op een dag komt er op wrede wijze een einde aan hun bijzondere vriendschap. Amir en zijn vader vluchten naar de Verenigde Staten, waar ze een nieuw bestaan opbouwen, maar Amir slaagt er niet in Hassan te vergeten. De ontdekking van een schokkend familiegeheim voert hem terug naar Afghanistan, waar Amir wordt geconfronteerd met spoken uit zijn verleden. Zijn voornemen om de oude schuld jegens Hassan in te lossen sleept hem mee in een huiveringwekkend avontuur.

De auteur 
Khaled Hosseini is een van de meest geliefde auteurs ter wereld. Van zijn debuutroman De vliegeraar werden in Nederland en Vlaanderen 1,5 miljoen exemplaren verkocht en ook Duizend schitterende zonnen werd een grote bestseller. In 2013 verscheen Hosseini’s roman En uit de bergen kwam de echo. Hij is ambassadeur voor de United Nations High Commissioner for Refugees en de United Nations Refugee Agency, en hij is de oprichter van de Khaled Hosseini Foundation, een organisatie die humanitaire hulp biedt aan het volk van Afghanistan.

Wat vond ik van het boek? 
De korte versie is simpel: ik vond het boek in één woord geweldig! Ik heb de film een tijd geleden gekeken en die vond ik erg mooi. Het is wel een zwaar verhaal, dus ik verwachtte dat ik het boek wel wat lastiger zou vinden. Het is echter vrij vlot geschreven. Er komen wel veel Afghaanse woorden in voor, dat maakt het soms lastig. Gelukkig staat achterin het boek een verklarende woordenlijst en veel woorden worden ook toegelicht als ze gebruikt worden. Het gebruik van deze voor mij vreemde woorden maakt het boek wel gelijk een stuk geloofwaardiger. Je merkt aan alles dat Hosseini zelf ook uit Afghanistan komt en dat hij veel weet van de situatie daar.

Het verhaal is voor het grootste gedeelte vlot geschreven. Je blijft lezen omdat het een interessant en meeslepend verhaal is. Je wilt weten hoe het afloopt. Er zit regelmatig humor in, maar het is vooral spannend en boeiend, soms is het ook wel heel zielig en soms weer wreed. Alle emoties komen eigenlijk voorbij en dat vond ik heel goed aan het boek. Je sluit de hoofdpersonen in je hart, hoewel ik me soms ook wel heb geërgerd aan de laffe keuzes van Amir. Uiteindelijk eindigt het boek echter weer prachtig, ook al gebeuren er tussendoor vreselijke dingen. Ik heb echt genoten van het lezen van dit boek! Je leert trouwens ook nog wat over de geschiedenis van Afghanistan, tot in het begin van de jaren 2000, dus ook nog vrij recent. De achtergrond waartegen het verhaal zich afspeelt vond ik heel interessant en ook mooi en realistisch beschreven. Een aanrader dus (de film trouwens ook)!

Review boek negen | De eenzaamheid van de priemgetallen.

Van mijn schoonzusje kreeg ik het boek De eenzaamheid van de priemgetallen. Ik kende het boek van naam en wist dat het een bestseller is, maar ik had nog nooit gelezen en was dus wel benieuwd. Zij kwam er trouwens helemaal niet doorheen, dus toen was ik extra nieuwsgierig. Ik heb het boek inmiddels wél uitgelezen en vandaag vertel ik je wat ik ervan vond!

Waar gaat het boek over? 
De beschrijving op de achterkant van het boek is uiterst summier: ‘Mattia dacht dat Alice en hij zo waren, twee tweelingpriemgetallen, alleen en verloren, vlakbij elkaar, maar niet dicht genoeg om elkaar echt te raken.’

De recensies op de achterkant zijn overigens allemaal zeer lovend: ‘De eenzaamheid van de priemgetallen is een triomf’, ‘Een hartverscheurende vertelling’, ‘Als u maar één boek per jaar leest, kies dan voor dit verhaal’ en ‘Een uitzonderlijk talent.’ Dit legt de lat voor mij dan gelijk heel hoog, omdat ik dan enorme verwachtingen heb.

De beschrijving op de achterkant is trouwens vrij treffend: het verhaal gaat over Mattia en Alice, twee eenzame figuren die eigenlijk weinig voorstellen en vrij dramatische levens leiden (ik zou bijna willen zeggen ‘lijden’). Ze zijn heel excentriek, ik ken niemand die zo bijzonder is als Mattia de wiskundige of Alice de fotografe. Vanaf de kindertijd worden er steeds losse gedeeltes uit hun levens verteld, uit verschillende tijdsperiodes. Zo heet het eerste hoofdstuk De Sneeuwengel (1983) en het laatste Scherp gesteld (2003). Daartussenin gebeurt natuurlijk ook nog van alles.

Wat vond ik van het boek? 
Het is lang geleden dat ik het lastig vind om een goede recensie te schrijven over een gelezen boek. Ik weet namelijk niet goed wat ik van De eenzaamheid van de priemgetallen vond. Sommige gedeeltes kwam ik nauwelijks doorheen en vervolgens sloeg ik pagina na pagina om omdat ik wilde weten hoe het af zou lopen. Mattia en Alice zijn soms pijnlijk herkenbaar en soms kunnen ze niet verder van mijn leven afstaan. Ze bereiken elkaar eigenlijk nooit, zoals tweelingpriemgetallen (dat zijn priemgetallen die in paren voorkomen, maar dan staat er altijd één ander getal tussen zodat ze elkaar nooit raken), maar staan tegelijkertijd heel dicht bij elkaar en kunnen niet zonder elkaar.

Het is eigenlijk een boek dat je zelf moet lezen om er een goed oordeel over te vellen. Ik denk dat ik het niet zou aanraden zoals één van de recensies op de achterkant, ‘Als u maar één boek per jaar leest, kies dan voor dit verhaal’, maar ik wil het ook niet afdoen als een slecht boek dat je over moet slaan. Ik was hier en daar best onder de indruk. De auteur weet soms de eenzaamheid en pijn heel rauw onder woorden te brengen zodat je het bijna zelf voelt. Soms schiet hij naar mijn mening echter te kort in de dialogen en soms zijn de situaties in het verhaal ook gewoon heel gek. Hij heeft zijn karakters een aantal hele aparte eigenschappen meegegeven waar ik me niet in kan inleven, dat maakte de leesbaarheid hier en daar moeilijk. Aan de andere kant zaten er ook wel heel herkenbare situaties in en daardoor bleef ik toch lezen. Het einde vond ik trouwens totaal onbevredigend, want het was alsof het verhaal nog helemaal niet ten einde was. Dit past tegelijkertijd ook wel heel goed bij de rest van het boek, er blijven altijd losse eindjes en dingen die je niet te weten komt van Alice en Mattia.

Concluderend kan ik zeggen dat je dit boek zelf moet lezen om te begrijpen wat ik bedoel. Een beetje zoals met Stoner, hoewel ik dat het geweldigste boek vind dat ik in tijden heb gelezen trouwens. Dat boek kun je ook niet echt in woorden vatten. De eenzaamheid van de priemgetallen heeft dat ook.

Eten op sterrenniveau | Niven.

Halverwege maart zocht ik naar een leuk restaurant om te gaan eten met Johan, als we op 26 maart zes jaar samen zouden zijn. Op Vakantieveilingen vond ik een veiling voor een 10-gangenproeverij bij restaurant Niven (bekroond met één Michelinster) in Rijswijk (bij Delft/Den Haag). Ik won de veiling en ging gelijk bellen – maar (natuurlijk) was er geen plaats meer voor de week erna en werd het uiteindelijk 13 mei voordat we bij Niven gingen eten. We gingen er allebei heen met het idee ‘dit wordt óf geweldig, óf verschrikkelijk.’ Het werd gelukkig geweldig! Ik ben vergeten om overal een foto van te maken, maar ik ga je aan de hand van het menu en mijn foto’s vertellen wat we hebben gegeten en hoe het was!

Menu 80/20 
Bij Niven wordt gewerkt met streekproducten en producten uit het seizoen. Vrijwel alles komt uit de regio of wordt zelf gekweekt. Het menu is samengesteld volgens het principe 80/20, wat betekent dat er voor 80% met groente en voor 20% met vlees en vis wordt gekookt. Ik als echte vleesliefhebber heb het vlees helemaal niet gemist (er was maar één gerecht met vlees), dus dat zegt eigenlijk al genoeg. Bij het menu zaten twee supplementen, die je tegen meerprijs kon bestellen en het menu werd voorafgegaan door maar liefst 4 amuses. Vóór de amuse zat zelfs nog een mini-hapje, heel bijzonder. Aan het eind hebben we nog koffie gedronken en daar zaten ook nog weer allerlei lekkere dingen bij. We hebben van tevoren een glas witte wijn – Johan een droge en ik een zoete – gedronken en tijdens het menu hadden we een wijnarrangement van 6 halve glazen wijn (en één glaasje likeur bij één van de desserts), die steeds bij de gerechten pasten. Ik kan je niet meer vertellen wat voor wijn het allemaal was, maar op één na waren het allemaal witte wijnen en ze waren allemaal heel lekker 😉

Niven is gevestigd in een oude boerderij die heel sfeervol is ingericht. Het is chique, maar niet over de top en je voelt je er eigenlijk gelijk op je gemak. Er werd populaire jazzmuziek gedraaid. Je jas wordt gelijk aangenomen en je wordt vervolgens naar je tafel geleid, waar ook nog je stoel voor je wordt aangeschoven. Ja hoi, ik was nog nooit in een restaurant geweest waar dat gebeurde en waar ook nog vloerbedekking in het restaurant ligt. De sfeer was dus gelijk goed!


Ik heb de hele avond alleen foto’s met mijn telefoon gemaakt en dus niet van alles – maar gelukkig wél van het menu, dus je kan zo zien wat we allemaal hebben gegeten 🙂

Amuses 
We begonnen de avond dus met een glas wijn en een amuse-voor-de-amuses, haha. Dit was zelfgemaakte aardappelchips met tomatenpoeder en basilicummayonaise. Gelijk al heel lekker. Vervolgens kwamen de amuses op tafel: Flatbread met geitenkaas en biet, komijn met comté-kaas en whisky, pompoen met zoethout en zure room. Alle drie heel lekker en verrassend. De geitenkaas en biet sprong er voor mij absoluut uit, wát een fantastisch lekker gerechtje! De pompoen was heel bijzonder qua smaak en de komijn met comtékaas vond ik erg heftig. De whiskysmaak was erg op de achtergrond, dus dat was wel verrassend lekker (ik houd niet van whisky). Het was wel gelijk een heel goed begin! Na deze drie amuses kregen we nog een amuse van asperge met dille. Asperge kwam de rest van de avond ook regelmatig terug, omdat het nu natuurlijk in het seizoen is. Ook dit gerechtje was heel lekker!

Wat ik heel knap vond – de hele avond door trouwens – was dat ze met relatief weinig ingrediënten, en vaak met heel eenvoudige ingrediënten en combinaties, zulke geweldig lekkere dingen serveerden. Vrijwel alle gerechtjes zagen er uit als kleine kunstwerkjes en hoewel ze erg klein lijken, zit er heel veel smaak aan en proef je alle ingrediënten los van elkaar, maar ook samen als één geheel. Heel bijzonder en lastig uit te leggen. De sfeer en beleving voegen natuurlijk ook veel toe aan het eten.

Het menu (waar ik meer foto’s van heb dan van de amuses, beloofd) 
Tijd voor het menu. Na deze amuses kan er bijna niets meer misgaan zou je denken.

Het eerste gerecht was tomaat met steak tartaar en bapao. Heel grappig, want de steak tartaar was gemaakt van tomaat en niet van vlees. De bapao was een mini-broodje dat op een apart plankje (met logo van Niven) werd geserveerd, heel tof. Van de bapao heb ik hier een foto – van de tomaat blijkbaar niet :’) Dit gerechtje vonden we allebei héél lekker, heel smaakvol en ook origineel, een tartaar van tomaat in plaats van vlees.

Vervolgens was het tijd voor de asperge, met langoustine en framboos. Een bijzondere combinatie met de framboos, maar wel heel erg lekker! Ik ben dol op frambozen en ook op asperges, dus dat het een goede combinatie bleek te zijn was des te leuker. Langoustine had ik nog nooit gegeten, maar vond ik ook heel lekker – ik ga nog wel vaker gedurende dit artikel in herhaling vallen, want bijna alles was geweldig lekker en kan ik niet beter omschrijven, haha. De opmaak vond ik hierbij ook erg mooi met de felle kleuren, naast het witte en beetje roze van de asperge en vis. Het zijn trouwens eetbare bloemen, erg leuk (en lekker!).

Het derde gerecht van het menu was FANTASTISCH. Het klinkt helemaal niet zo speciaal: komkommer, makreel en zure room. Maar die combinatie van de makreel met het frisse van de komkommer… Wauw. Dit wil ik nog een keer eten. Het was trouwens een hele kleine komkommersoort, dat zag er heel mooi uit. En dat bord…! Ik wil echt dat bord hebben, zo mooi met de opstaande rand aan de achterkant, en dan aan de voorkant heel laag.

Nummer 4 – het gaat nu lekker snel in dit artikel hè, maar tijdens het eten was dit natuurlijk niet zo. We hadden iedere keer dus andere wijnen en daarnaast een fles bronwater (uiteindelijk twee), we hebben veel gekletst tussendoor en je moet natuurlijk ook even wachten tussen de gerechtjes door. Voor ons gevoel viel dat trouwens reuze mee. Oké, nummer 4 (hoera als je al zover gelezen hebt, dit artikel is nu al meer dan 1000 woorden haha): rode biet met roos. Verschillende smaken van de roos zaten in het gerechtje, bijvoorbeeld rozenwater en rozenzout (nee dat kende ik ook niet). Dit gerechtje vond ik ook weer een kunstwerkje: biet in de vorm van een roosje. Hierbij zat een kroepoekje gemaakt met rozenwater – dit was heel erg lekker, het gerechtje met de biet en roos was ook fijn, maar niet spectaculair. De manier van serveren van de kroepoek vond ik wel heel bijzonder: in een bakje met steentjes!

 

5: Gemarineerde groenten met eendenlever en koffie. Hier was ik een beetje bang voor, want ik heb één keer eendenlever gegeten en dat vond ik echt niet lekker. Dit gerechtje was niet mijn favoriet, maar ik vond het wel veel lekkerder dan ik had verwacht. De koffie was koffiepoeder wat over het gerecht heen gestrooid was. Wat een originele combinatie met de eendenlever – dit was niet gewoon lever op het bord, maar een bolletje gelei of iets dergelijks (ik kan het niet goed uitleggen, sorry). De groenten waren allemaal geel, het was cherrytomaat, maïs, courgette en wortel. Visueel wederom een kunstwerk!

Het volgende gerecht was het supplement: snijboon met carbonara en kwartelei. Dit vond ik misschien wel het allerlekkerste van de hele avond (en ik houd normaal niet eens van snijboon). Wat een GEWELDIG gerecht, zó lekker en zóveel smaak! Er zat ook nog Parmezaanse kaas bij en truffel. Visueel ziet het er niet heel lekker uit, maar het was echt fantastisch. Echt smullen.

Gerecht 7 – maar nummer 6 van het menu: raap, mossel en brioche. Dit was ook nog met kabeljauw. Heel erg lekker wederom, vooral het schuim met de vissmaak vond ik geweldig. De mosselen vond ik minder lekker, want daar houd ik gewoon niet zo van, maar dat was slechts een klein onderdeel van het gerecht.

 

Next! Rabarber met gin & tonic. Dit was een koud tussengerecht (zoals je wel eens een spoom krijgt in een restaurant) met rabarber met ijs en gin&tonic. Heel bijzondere combinatie. Ik vind rabarber echt niet lekker, maar ik had van tevoren niet gezegd dat ik het niet wilde omdat ze vaak het eten zó anders klaarmaken dat het dan wel lekker is, dus ik dacht ik probeer het gewoon. Dit was geen succes. Ik vond dit gerecht echt niet lekker. Er zat voor mij teveel limoen in en de rabarbersmaak was erg overheersend. Ook de alcohol was niet echt een succes. Gelukkig vond Johan dit gerechtje wel lekker 🙂 – en het zag er mooi uit, dat is ook belangrijk.

Dit gerechtje vergeten we gewoon weer snel, want het was tijd voor het enige vleesgerecht van de avond: asperge met kalf en daslook (nee, dat ken ik ook niet). Wederom: GEWELDIG. De asperge was in dit gerecht gefrituurd, heel bijzonder en heel lekker. Het kalf… Wauw. Zó mals, zó rijk van smaak. Geweldig.

Toen was het tijd voor de toetjes. Hoera! Ik ben dol op toetjes. We kregen eerst een kaasplankje, dat we met z’n tweeën hebben gedeeld (dit was ook een extra supplement bij het menu). Er was een kaas uit Italië, één uit Frankrijk, een twee jaar oude kaas, een Nederlandse kaas en een geitenkaas. Ik weet niet meer precies wat wat was, haha. Daarbij zat appelstroop en een saus van kersen met vanille (verrassend lekker en ik houd niet eens van kersen) en een stukje notenbrood. Allemaal heel erg lekker!

Na het kaasplankje kregen we vrij snel achter elkaar nog twee desserts. De eerste was chocolade met yuzu (een citrusvrucht). Dit was een vrij machtig gerecht, maar echt geweldig lekker. Het was een beetje knapperig, een beetje stevig door de chocolade, en er zat chocolade-ijs bij… Gewoon geweldig goede combinaties. En visueel opnieuw prachtig!

Het laatste dessert bestond uit magnolia en yoghurt. Heel fris! Een beetje zoet, maar niet té, en een hele goede combinatie met de yoghurt. Dit dessert vond ik het allerlekkerst, echt heel heel heel heel heel lekker 🙂

Blijft er nog één ding over: de koffie met toebehoren. Hier zat onder andere een bolletje met pistache en nog wat dingen bij (heel lekker!), chocolade met knoflook (heel bijzonder en ook erg lekker, wel heftige smaak), een macaron met pastinaakvulling (ook heel bijzonder en lekker) en carrotcake met duindoornbes-gelei – dit was de beste carrotcake die ik ooit heb gegeten. Allemaal stuk voor stuk hele lekkere kleine gerechtjes. De cappuccino was trouwens ook heel lekker (en Johans koffie ook).

Dat was het dan. Meer dan 1700 woorden, zo’n lang artikel heb ik al heel lang niet meer geschreven volgens mij. Gefeliciteerd als je tot hier hebt gelezen en nog geen honger hebt gekregen. Ik vond het een geweldige ervaring om eens mee te maken en hoop dat dit niet de laatste keer is dat ik in een sterrenrestaurant heb gegeten. Ik voelde me eigenlijk gelijk op mijn gemak, het was niet té chique of te formeel, maar eigenlijk heel relaxt. We hebben van 18 uur tot ruim 23 uur (!) in het restaurant gezeten, maar het voelde eigenlijk veel korter. Oh, en toen we naar huis gingen kregen we ook nog zelfgemaakte pepermunt (héél lekker) en ik kreeg nog een luxe tijdschrift mee naar huis (‘voor op de koffietafel’ – ik héb niet eens een koffietafel hahaha). Wat een service en wat een geweldig lekker en origineel eten. Niven, bedankt! 🙂

 

Review boek acht | Expliciete Directe Instructie.

Jullie begrijpen wel dat die paaseitjes inmiddels ver te zoeken zijn… 😉

Het is weer eens tijd voor een boekreview! Ik heb ondertussen ook deel 7 van de serie over Frieda Klein, van Nicci French, uitgelezen, maar daarvan komt pas een recensie online als deel 8 is verschenen en ik de hele serie dus compleet heb. Dat lijkt me een stuk leuker namelijk dan deel voor deel reviewen, want je moet de verhalen toch als één geheel zien uiteindelijk. Ondertussen las ik het boek dat ik vandaag review: Expliciete Directe Instructie. Dit is een informatief boek over het onderwijs, dus als je daarin niet geïnteresseerd bent kun je dit artikel negeren 😉

Voor mezelf vind ik het wel belangrijk om regelmatig onderwijsgerelateerde boeken te lezen. Er ligt er nog eentje op mij te wachten, maar ik lees tegelijkertijd ook altijd een leesboek om het leuk te houden. Expliciete Directe Instructie (wat ik hierna ga afkorten tot EDI) heb ik gekregen van mijn broer en schoonzusje voor mijn verjaardag; mijn schoonzusje werkt zelf ook in het onderwijs (basisschool) en vond dit een heel goed boek. Daarom dacht ik ‘ik vraag het voor mijn verjaardag!’ en zodoende.

Waar gaat het boek over? 
Expliciete Directe Instructie (EDI) is een bewezen aanpak om de leseffectiviteit te verhogen en te zorgen voor succeservaringen en betere leerprestaties bij alle leerlingen. De vrouw of man voor de klas is daarbij de sleutel tot succes.

EDI geeft de leerkracht het gereedschap om met alle leerlingen in het primair onderwijs de leerdoelen te bereiken. Door kwalitatief goede instructie en leerlingen actief te betrekken bij de inhoud van de lessen, wordt er een grote mate van betrokkenheid gerealiseerd, nemen gedragsproblemen af en neemt de leerwinst toe. Een effectieve leerkracht wacht niet totdat leerlingen uitvallen en extra hulp buiten de klas moeten ontvangen of op een eigen leerprogramma worden gezet. Een ons preventie is waardevoller dan een kilo zorg!

EDI brengt leerlingen stapsgewijs naar beheersing van de leerdoelen en laat hen zo succes ervaren. De leerkracht geeft instructie en controleert door het stellen van vragen voortdurend of alle leerlingen het begrijpen. Er wordt denktijd geboden, leerlingen mogen overleggen en er worden willekeurig beurten gegeven. Alle leerlingen worden betrokken en doen actief mee in de les.

In dit boek vertalen de auteurs bewezen onderwijskundige theorieën naar een helder en concreet stappenplan om EDI te implementeren in de dagelijkse onderwijspraktijk. Om de inhoud perfect te laten aansluiten op de specifiek Nederlandse en Vlaamse onderwijssituatie, is het boek grondig bewerkt door onderwijsadviseur Marcel Schmeier en voorzien van herkenbare voorbeelden.

Even een noot: het boek is van oorsprong Amerikaans, maar het is dus vertaald naar het Nederlands en ook aangepast aan het Nederlandse (en Vlaamse) onderwijsconcept.

Wat vond ik van het boek? 
Eerst de korte versie: aanrader voor iedereen die in het onderwijs werkt! Of je nu in het primair onderwijs werkt – waar dit boek oorspronkelijk dus voor bedoeld is – of in het voortgezet onderwijs (en ik denk misschien zelfs wel op het mbo), het kan enorm nuttig zijn om principes uit dit boek toe te passen op je eigen lessen.

Ik herken veel theorieën en onderzoeken uit het boek vanuit mijn opleiding en ook uit de praktijk van het lesgeven. Ik heb natuurlijk inmiddels veel verschillende boeken gelezen over het onderwijs en iedereen denkt er anders over, kan ik je vertellen. Dat is in elk vakgebied natuurlijk zo, het onderwijs is dus geen uitzondering. Ik ben het dus ook niet altijd eens met alles wat er wordt gezegd. Dat hoeft denk ik ook niet; ik pak zelf uit ieder boek dat ik lees en iedere les die ik heb bijgewoond van collega’s en ieder college dat ik heb gevolgd tijdens mijn opleiding, de dingen die voor mij werken en die ik goed vind – en die bij mijn manier van onderwijzen passen, heel belangrijk! Ik denk dat iedereen dat kan doen die dit boek leest.

Ervoor zorgen dat iedere leerling actief wordt betrokken bij de les, effectievere lessen, goede instructie en mooie resultaten: dat wil iedereen die voor de klas staat. Dit boek belooft dat je met hun toepassingen dit voor elkaar kan krijgen. Ik hoop dit in mijn volgende baan – waarvan ik hoop dat die snel gaat beginnen trouwens… – te gaan proberen zodat ik in de praktijk kan kijken of het werkt. In theorie klinken heel veel principes uit boeken namelijk heel goed, maar ze werken niet altijd.

Wat ik heel goed vind aan dit boek is dat het gemakkelijk en herkenbaar is geschreven. Je leest er gemakkelijk doorheen en het wordt niet snel saai. Er staan ontzettend veel voorbeelden in uit de dagelijkse onderwijspraktijk en het wordt bekeken vanuit allerlei verschillende schoolvakken, zodat je ziet dat het overal toepasbaar is. Het verzandt dus niet in eindeloze theorieën, maar maakt de theorie overzichtelijk en direct inzetbaar in de lessen die je geeft. De vormgeving van de lessen wordt per fase uitgebreid toegelicht zodat je gemakkelijk specifieke onderdelen van je les terug kunt vinden in het boek. De gebruikte literatuur en wetenschappelijke onderzoeken worden achterin het boek overzichtelijk besproken.

Naast talloze voorbeelden uit de praktijk staan er ook steeds korte notities in het boek, waar heel kort de belangrijkste zaken van die pagina bijvoorbeeld op worden samengevat, of het zijn korte side notes van de auteur – zowel van de Nederlandse als de oorspronkelijke Amerikaanse. Dit verduidelijkt waar nodig.

Het boek is opgedeeld in 12 hoofdstukken waarin iedere fase van een EDI-les wordt besproken: vanaf het starten van je les tot het zelfstandig werken van de leerlingen en alles er tussenin. Het doel van het boek wordt heel duidelijk gemaakt direct voorin. Dat is ook wel heel fijn, dan weet je gelijk waar je aan toe bent.

Ik kan eigenlijk maar twee minuscule nadelen bedenken aan dit boek en dat zijn 1) dat ik het jammer vind dat ik het nu al uit heb en het nog niet direct toe kan passen in mijn dagelijks werk en 2) dat er soms wel heel makkelijk wordt gezegd ‘als je dit doet kan er eigenlijk niets misgaan.’ Daar ben ik altijd een beetje sceptisch over. Maar los van die twee dingetjes ben ik heel enthousiast over dit boek!

Een mooie afsluiter vind ik de pagina waarop altijd staat aan wie het boek wordt opgedragen. Daar staat dit:
Wij dragen dit boek op aan alle mensen in het onderwijs die dagelijks hard werken om leerlingen succeservaringen te bieden. – Namens één van die mensen (ik dus): dank!