Het is alweer tijd voor het laatste artikel van deze themaweek! Ik heb besloten om volgende week weer gewoon over andere zaken te gaan schrijven, misschien maak ik later nog wel eens een themaweek over dit – en natuurlijk ook over andere! – onderwerp. Vandaag gaat het over het getal zeven.
Zoals je misschien wel weet, is zeven in de Bijbel het getal van de volheid. Het getal komt heel vaak voor in de Bijbel, bijvoorbeeld in Openbaringen – de maat is vol, God maakt een einde aan de huidige wereld – waar er 7 engelen zijn met 7 bazuinen en 7 laatste plagen.
Ook als het gaat om vergeving zien we dat zeven het volmaakte, het complete getal is. Het maakt alles af: we moeten elkaar niet 7 maal vergeven (zoals in het Oude Testament staat) maar 7 maal 70 keer, zegt Jezus. Dat betekent niet gewoon 490 keer, maar het gaat om de volheid van het getal zeven en zeventig: we moeten elkaar iedere keer opnieuw vergeven, want God doet dat ook als je berouw toont over je zonden, over de dingen die je fout doet. Zo vergeven we ook elkaar als er spijt wordt getoond.
De zevende dag luidde tijdens de schepping een periode van rust in. Op de zevende dag rustte God uit van het werk dat Hij gedaan had: Hij had de hemel en de aarde met alles erop en eraan gemaakt en rustte daarvan uit toen Hij klaar was. In de Bijbel komt een periode, een cyclus, van zeven dagen, weken of jaren ook regelmatig voor. Zo bestond er in Israël het sabbatsjaar: na zes jaar het land bewerkt te hebben, moesten de Israëlieten het land in het zevende jaar rust gunnen zodat ze in het volgende jaar weer opnieuw konden bewerken en het land niet uitgeput raakte. Tevens was er een jubeljaar in Israël: na 7 keer 7 jaar (49 jaar dus) was er een jubeljaar. Ook feesten in de Bijbel nemen vaak zeven dagen in beslag, waaronder ook bruiloften. Pasen viel in de zevende maand van het Hebreeuwse jaar en Pinksteren was weer 7 weken na Pasen. We zien steeds het getal zeven terugkomen: volmaaktheid. Het maakt een periode compleet en daarna kun je weer met een schone lei beginnen als het ware. Je mag rust nemen op de zevende dag en daarna kun je er weer tegenaan.
Tenslotte nog één voorbeeld: eerstgeboren mensen (én dieren!) bleven zeven dagen bij de moeder voordat ze aan God gewijd werden (opgedragen). Jongetjes werden op de achtste dag besneden en dan kregen ze ook een naam. Later werd ontdekt dat dit geneeskundig, lichamelijk, gezien de meest geschikte dag is om iemand te besnijden: dan stolt het bloed van een jongetje namelijk het snelst en heeft hij er het minste last van. Hij herstelt dan het snelst. Bijzonder hè!
Hiermee sluit ik deze themaweek over getallen in de Bijbel af. Het getal 7 maakt het compleet, haha! Ik hoop dat jullie het net zo leuk en interessant vonden als ik! Voor herhaling vatbaar? En heb je nog tips voor een onderwerp voor een volgende themaweek? Laat het dan weten, vind ik leuk!